Dwars door de Centrale Pyreneeën

16-daagse kampeertrekking van Cauterets naar Luchon

Na de GR20, hadden we de smaak te pakken om met de tent in de bergen op stap te gaan. Aan de hand van bestaande wandelwegen (GR10, GR11, HRP) en lokale paden, knutselde ik een route ineen die ons via veel kronkels en omwegen langs alle bekende en minder bekende hoogtepunten van de Centrale Pyreneeën zou leiden.

Caloriebommen
Afstand: 14km
Stijgen: 878m, dalen: 0m

Likkebaardend staan we met zijn twee in de boulangerie. We kiezen de grootste én langste koffiekoeken uit de toonbank en vergeten bijna een stokbrood te kopen voor de middag.

Langs le Sentier des Cascades

In Cauterets lopen de eerste dagtoeristen al rond. Na het ontbijt, gaan we op pad. Gelukkig is het stuk langs de autoweg naar La Raillère snel voorbij. Le Sentier des Cascades leidt ons binnen in het Parque National des Pyrenées.

Vallei van de Marcadau

Nabij Pont d’Espagne wordt de toeristische drukte ons net iets te veel. Gelukkig kiezen de meeste dagjesmensen voor de Vallée de Gaube en is het hogerop de vallei van de Marcadau opvallend rustig.

Op zoek naar een bivakplaats bij Refuge Wallon

Ook bij de Refuge Wallon zijn nog maar weinig tentjes te zien. Pas vanaf 19u ’s avonds tot 9u ’s morgens mag je op dit legaal bivakterrein kamperen. De laatste zonnestralen verdwijnen echter al veel vroeger achter de bergkam en door een koude wind, worden de tenten veel sneller opgezet.

Merentocht
Afstand: 12km
Stijgen: 1013m, dalen: 691m

Als we om half acht op pad gaan, zijn we duidelijk niet de eerste vroege vogels maar wel de enige die voor de Puerto de Panticosa kiezen. Terwijl iedereen de HRP opzoekt, nemen wij een Spaanse variante naar de Refuge des Oulettes de Gaube. Wel ééntje die over drie cols loopt en minstens 10 uur lang is maar dat is maar bijzaak… Al snel moet ik Ivo laten gaan. Het klimmen gaat me vandaag precies niet goed af.

Uitzicht vanop de Puerto de Panticosa naar Embalsa de Bachimano Alto

Op de col proberen we achter het stenen muurtje wat bescherming te vinden tegen de ijskoude noorderwind. Tevergeefs. Hoewel de zon volop van de partij is, moet toch alle kledij aan. We spelen snel iets naar binnen en dalen af naar de onbemande hut bij de Embalsa de Bachimano Alto. Een marmot zit ons op slechts enkele meters afstand gade te slaan.

Embalse de Bramatuero Bajo

De schuilhut bij de Embalse de Bramatuero Alto dateert duidelijk nog van de tijd toen de stuwdam gebouwd werd. Met enkele losse planken probeer ik het deurgat wat af te sluiten maar de hele constructie valt bijna in elkaar.

Door het blokkige Collado de Letrero krijgen we zicht op de zuidwand van de Vignemale

Steenmannetjes leiden ons richting Collado de Letrero. Traag vorderen we door het woeste rotslandschap. Nochtans lijkt alles zo dichtbij. Als we het zadel eindelijk bereiken, kijken we recht op de zuidwand van de Vignemale die neergeplant staat in de Val d’Ara. Voorzichtig dalen we af door een steile couloir en schuiven wat verder over een puinhelling naar beneden. Als we bij het hoogste Batans meertje wat uitblazen, duiken opeens twee andere trekkers op.

Het hoogste Batans meertje

Ik geef te kennen aan Ivo dat het voor vandaag wel genoeg geweest is. We zetten de tent op wat hogerop in de vallei en genieten op ons dooie eentje van de grootse omgeving.

Verkeerde col
Afstand: 8km
Stijgen: 989m (+ 298m Petit Vignemale), dalen: 1381m (+ 298m Petit Vignemale)

We klauteren de steile bergwand omhoog. Pas na een tijdje wordt het duidelijk dat de steenmannetjes ons niet leiden naar Col des Mulets maar naar de Col des Oulettes. Gelukkig voor ons loopt daar ook een route naar het dal en is het bovendien een stuk rustiger dan op de HRP. De markering is wel iets minder. We komen terecht in verraderlijk schuivend puin en zien dan pas dat de route rechts van ons loopt. Gelukkig dat ma ons niet bezig ziet, denken we allebei.

Zonder het meteen te beseffen klimmen we naar Col des Oulettes

Bij de Refuge des Oulettes de Gaube ligt een populaire bivakplek én met reden. Het uitzicht op een groene vlakke wei die uitmondt in de bijna vertikale noordwand van de Vignemale bedekt door ‘le Glacier des Oulettes’, is overdonderend. We pikken de hoge route weer op en klimmen naar Hourquette d’Ossoue.

Van bij de Refuge des Oulettes is het uitzicht op de Vignemale overdonderend

Vandaaruit beklimmen we net als zo’n 999 andere wandelaars die dag de ‘Petit Vignemale’ waar je vanop de top zijn grote broer kan aanschouwen. Enkele rotsklimmers klimmen via een iets avontuurlijkere route naar boven.

Uitzicht vanop de Petit Vignemale

Refuge Baysellance is de hoogstgelegen bemande berghut van de Pyreneeën en biedt zicht op de Brèche de Roland, die we enkele dagen later doorsteken. Nietemin zijn er toch verschillende bivakplekjes beschikbaar. Met een beetje geluk stellen enkele luidruchtige Spanjaarden hun tentje vlak naast het jouwe op…

Afdaling naar Refuge de Baysellance

Frambozen, paardendrol en fluitende marmotten
Afstand: 18km
Stijgen: 113m, dalen: 1399m

’s Morgens is het opnieuw ijskoud. We staan bijna compleet in winteruitrusting. Bij de afdaling gaat af en toe iets uit. We komen voorbij de Russelgrotten, genaamd naar de man die samen met zijn team zowat 100 jaar geleden dit pad door de rivierkloof creërde.

Het is ‘s morgens ijskoud

Bij het afgedamde meer op de Oulettes d’Ossoue zien we eindelijk de zon. Vanaf nu volgt een échte zondagswandeling naar Gavarnie waar we ten volle van genieten. De rotsen en puinhellingen hebben plaatsgemaakt voor groene weiden en grazende koeien. Onderweg plukken we lekkere frambozen.

Het stuwmeer van Oulettes d’Ossoue

Bij de refuge Granges de Holle, verlaten we de GR10 en volgen noodgedwongen de autoweg. Gelukkig duikt na enkele tientallen meters een wandelwegwijzer op naar Gavarnie. Als we het dorpje binnenlopen, komen we tussen een massa toeristen terecht. Souvernirshops verkopen er honderden pluchen marmotten die fluiten als een bouwvakker naar een opvallende verschijning. De vriendelijkheid van de lokale bakkersvrouw is al even laag gezonken.

We dalen langzaam af naar Gavarnie

We sluiten aan bij de toeristenkaravaan naar de Cirque de Gavarnie, een keteldal waar de hoogste waterval van de Pyreneeën, origineel genaamd La Grande Cascade, naar beneden stort. Aan de rand van Gavarnie ligt de gezellige Aire Naturelle de Camping.

La Grande Cascade

Na wat bevoorradingsinkopen in het lokale supermarktje, bellen we onze ouders op en kiezen daarna een restaurantje uit. Een dikke entrecôte en wat gratineerde aardappelen moet ons helpen de reserves weer aan te vullen voor de volgende zware wandeldagen.

En we blijven gaan…
Afstand: 15km
Stijgen: 1442m, dalen: 1507m

Het is nog halfdonker als we op weg gaan. Geen mens te zien op het pad naar de Cirque. De ‘échelles de Sarradets’ moet je niet te letterlijk interpreteren maar de route is wel indrukwekkend. We klauteren langs de steile flanken van de vallei omhoog en kijken uit op weelderig bloeiende monnikskap en uiteraard ‘la grande cascade’. Het gefluit van een marmot doorbreekt de stilte in het diepe keteldal.

We kruipen omhoog via de Echelle de Sarradets met La Grande Cascade op de achtergrond

Even later krijgen we het gezelschap van een jonge alpinist die meteen enthousiast vraagt of we ook die zeldzame bloem onderweg hebben opgemerkt. Helaas zijn we leken op het vlak van flora en fauna.

De klim naar de Brèche gaat over puin en ijs

Bij de Refuge des Sarradets genieten we van een frisse cola en overbruggen dan de laatste honderden meters naar de Brèche de Roland. Geen eenvoudige opdracht, de sneeuw is weliswaar al een tijd verdwenen maar hier en daar komt ijs bloot te liggen vanonder het puin en is het zoeken naar wat grip. Hoewel de Brèche een majestueuze uitzicht op de grenskam biedt, is het niet een plek om lang te vertoeven. De wind raast er door het nauwe gat.

Uitzicht over de kam aan de Spaanse kant

Over het ontstaan van de Brèche doen uiteraard heel wat verhalen. De legende vertelt over de held Roland, neef van Charlemagne, die zijn zwaard liever op de rotsen kapot sloeg dan het in de handen te laten vallen van het Saraceense leger. Het zwaard brak echter niet en het was de rots die openspleet waardoor hij kon vluchten. De geologische verklaring klinkt iets geloofwaardiger. Een broos deel van de bergkam stortte ineen door erosie en liet nu een gat over van zowat 100m hoog en 40m breed.

Llanos de Millaris

Wij dalen verder af op Spaans grondgebied en betreden het Parque Nacional de Ordesa y Monte Perdido. Nabij Llanos de Millaris duiken de eerste troep gemzen op. Ze blijven ons even aandachtig bekijken en kiezen dan snel het hazepad. We doorkruisen de groene hoogvlakte en dalen af richting de Circo de Cotatuero. Geërodeerde rotsen zorgen voor een grillig parcours. Hier en daar zijn flinke holtes en spleten. Ivo mijmert terug naar Ijsland.

De indrukwekkende Ordesa-canyon

Aan de rand van de vlakte duiden twee steenmannetjes de toegangsweg naar de Faja de las Flores aan, een nauw pad dat over een hoog balkon van de Ordesacanyon loopt. We halen even diep adem. De loodrechte rotswanden van de vallei zijn indrukwekkend. Wat verder is er op het hoogplateau bij de Circo de Carriata geen water meer te vinden waardoor we noodgedwongen afdalen naar de Ordesarivier.

Circo de Carriata

We nemen verkeerdelijk rechts en komen zo op de clavijas de Salarons terecht in plaats van de meer bewandelbare faietta. De twee rotspassages zijn weliswaar geëquipeerd met enkele metalen pinnen maar niet meteen aan te raden voor trekkers. We gebruiken de stormlijnen van onze tent om onze balast te doen zakken.

Behoorlijk afgepeigerd bereiken we de Rio Arazas. Hoewel kamperen in de vallei niet toegelaten is, zetten we toch de tent op in het bos nabij de Puento Briet. Na dertien uur onderweg is alles ons gewoon te veel…

Uitslapen
Afstand: 10km
Stijgen: 1000m, dalen: 0m

We slapen tot het licht wordt en nemen rustig de tijd om de spullen in te pakken. Er staat een korte etappe te wachten naar het uiteinde van de vallei. We kiezen echter niet voor de toeristische GR11 die de rivier stroomopwaarts volgt naar de Circo de Soaso maar voor de Faja de Pelay; een hogere route aan de zuidkant van de vallei die je bereikt via de Senda de los Cazadores. Het pad biedt mooie uizichten op de Monte Perdido (3355m), de derde hoogste top van de Pyreneeën.

Faja de Pelay

De Refugio de Goriz is de ideale uitvalsbasis voor een beklimming en in augustus is het er bijgevolg een drukte van jewelste. De zomerse waterschaarste is ook hier duidelijk te merken. Tegen de avond sta je in de file voor de kraan waar slechts een heel fijn straaltje water uit vloeit.

Bivak bij Refugio Goriz aan het eind van de canyon

Rondom de Monte Perdido
Afstand: 15km
Stijgen: 1400m, dalen: 800m

Opnieuw zijn we de eerste die de vroege en frisse ochtend induiken. Het valt op dat de meeste Pyreneeënwandelaars een stuk later vertrekken en aankomen dan hun collega’s in de Alpen.

Doordat het nog schemert, raken we al snel af van het GR-pad maar het terrein is niet te moeilijk en bij de Collado Superior de Goriz zitten we opnieuw op het juiste spoor.

De nauwe Anisclo-canyon ligt diep beneden ons

We kiezen de hoge route naar Collado de Anisclo en kijken uit op de gelijknamige vallei. Sommige auteurs raden deze voormalige hoofdroute van de GR11 af maar er is niets om je zorgen over te maken. De steile grintafdaling na de bergpas vergt heel wat meer concentratie, vooral zonder wandelstokken.

De iets moeilijker te vinden Faja de la Tormosa

Ook de Faja de la Tormosa is een hoge route, maar te zien aan de weelderige vegetatie is deze wel heel wat minder bewandeld. In de verte is de Cascade del Cinca al te zien. Enkele stalen kettingen en een brugje zorgen ervoor dat je gemakkelijk over het naar beneden donderende water geraakt. Zigzaggend klimmen we naar het Lago de Marboré. Verstand op nul en voetje per voetje schuifel ik naar boven. Na 1000m klimmen komen we aan de noordzijde van de Monte Perdido en zetten ons tentje op één van de bivakterreintjes die omgeven worden door een stenen omwalling. Vanavond staan er roze garnalen op het menu!

Bivak met uitzicht op de gletsjers van de Monte Perdido

De voeten onder tafel…
Afstand: 16km
Stijgen: 920m, dalen: 1100m

Wel drie paden slingeren vanaf de Brèche de Tucqueroja naar beneden. Ze lijken allemaal even onbetrouwbaar. Geen enkele steen blijkt vast te liggen en glijden is niet bepaald mijn specialiteit.

Afdalen van de Brèche de Tucqueroja naar Lac de Gloriettes

Wat lager begint opnieuw een wandelpad. Jammergenoeg moet je er de vele dagjestoeristen ook bijnemen. Het Lac de Gloriettes blijkt erg populair. Hollanders kunnen we er zo uitpikken door hun veelkleurige outfits. De HRP loopt vanaf dit punt voor ettelijke kilometers over asfalt. Veel alternatieven zijn er echter niet.

In het kleine plaatsje Héas schuiven we – zoals een Belg in Frankrijk eens hoort te doen – de voeten onder tafel. We passen voor de wijn want de dag is nog niet voorbij. De plat du jour van Auberge de Munia kan ons wel bekoren maar het mocht iets copieuzer.

De onbemande refuge des Aguillous

Langs het zigzaggende klimmende paadje genieten de grote gele en zilveren distelbloemen van de broeierige zon. We lopen opnieuw het Parque National des Pyrenées binnen. Hoog in de vallei van de Ruisseau de Aguillous ligt een gelijknamige onbemande hut. Jammergenoeg lieten heel wat voorbijgangers hier hun afval liggen en dus zetten we de tent op naast de hut. Eerst genieten we nog van de zonsondergang, wat later vluchten we de tent binnen voor de opkomende mist.

Vlooienparadijs
Afstand: 18km
Stijgen: 1047m, dalen: 1703m

Terwijl we ’s avonds laat nog schapen hoorden, is de vallei nu somber en leeg. Een laag wolkendek hangt als een sluier over de bergkammen. Het uitzicht vanop de Hourquette de Héas is des te fascinerender. Flarden mist hangen hier en daar tussen de puntige toppen.

Hourquette de Héas

De HRP leidt ons verder naar de Barroude-meren. We vluchten weg uit de kou en nemen plaats in de gezellige berghut. De huttenwaard bedient ons van enkele dikke sneden pain de campagne met paté en een typisch Franse sirop à l’eau. Buiten lijkt het maar niet op te klaren. De voorspellingen zijn beloven weinig beterschap, integendeel. Dit keer zouden de donderwolken niet van over het Franse binnenland komen maar vanuit Spanje. En het is nu toevallig die richting die we uit moeten!

Barroudemeren

De afdaling naar Hospital de Parzan is lang en monotoon. We lopen over de kurkdroge en stenige rivierbedding van de Rio de Barrosa en als kers op de taart komen we daarna op een drukke autoweg terecht. We lopen niet helemaal door naar Parzan en besluiten een kampeerplekje te zoeken langs de route in de Urdizetovallei. Ivo gaat op prospectie. Zijn eerste ontdekking is een prachtig groene wei met water kortbij. Kortom, ideaal! Alleen, er staan enkele bijkorven. Te riskant dus trekken we verder. Ivo duikt opnieuw een wegje in. Ja, dat wordt het! We zetten de tent op in het zachte lange gras en merken wat later dat we een halve riviertocht moeten ondernemen om water te vinden. We keren terug en gaan er even bij zitten. Meteen worden we overspoeld door een kolonie vlooien. Ze blijken overal te zitten. Op de gele tent zitten er al honderden, zoniet duizenden exemplaren. Snel pakken we alles terug in. Ivo mort en ik lach van miserie.

Afdaling naar Parzan

De vermoeide benen hebben niet veel zin om verder te klimmen en we bekijken elke wei met argwaan. Tot we een schuur zien staan. Het blijkt een echte stal te zijn en de hoogzolder is afgesloten maar wat verder zien we een herdershutje. Het is ingericht als het atelier van mijn grootvader zaliger. Wat oude golfplaten en een kapotte deur aan de kant. Glazen flessen en potjes die wellicht even oud zijn als de hut zelf sieren de gammele schappen. Er is zelfs een laagje gedroogd gras op de grond gelegd dat juist plaats biedt aan twee personen. Het dak zit wel vol met gaten maar we zijn allebei doodcontent.

Na de bivakperikelen zijn we blij als we deze herdershut vinden

Eindeloze pistas
Afstand: 16km
Stijgen: 1026m, dalen: 814m

Pas hoog in de vallei kunnen we de pista weer inruilen voor een pad. Vanaf de Paso de los Caballos kijken we voor het eerst uit op het Posetsmassief. De route van de HRP en de GR11 lopen hier samen door een glooiend graslandschap.

Voorbij Paso de los Caballos

Wat later zitten we midden de doornen. Af en toe wat pijnlijk maar die frambozen zijn opnieuw onweerstaanbaar.

Biados met het Posetsmassief op de achtergrond

Kamperen bij de refuge van Biados is al enkele jaren niet meer mogelijk; wellicht om commerciële redenen. Maar niet getreurd; er is een onbemande hut wat verderop in de vallei hoewel die niet zo aangeduid staat op de kaart. De cabana d’Anescruzes biedt een prachtig uitzicht op de tweede hoogste top van de Pyreneeën: de Posets. De grillig spuitende bron verwelkomt je meteen met een koude douche.

De cabana d’Anescruzes kijkt op naar de top van de Posets

Terwijl Ivo een siësta neemt, probeer ik mijn reisdagboek wat bij te werken. We zijn bijna klaar met het avondmaal als Kathy uit Grenoble en John uit Londen komen binnenpiepen. We kruipen wat vroeger in de slaapzak in zodat ze wat plaats hebben om binnen te eten. Na de couscous met vache-qui-rit en ketchup, komt de infusion. Zoals het de Fransen betaamt, ratelt Kathy de hele avond door. Als we hen vertellen wanneer we de volgende ochtend plannen op te staan, valt John bijna van zijn kruk.

Spaanse ciabatta’s
Afstand: 17km
Stijgen: 759m, dalen: 1359m

Als wij vertrekken, kruipt het duo voor het eerst uit de tent. Ik krijg nog snel een adres in Grenoble in de hand geduwd door Kathy die daarna naar de uitgewaaierde wolken wijst en vertelt dat dit betekent dat er slecht weer op komst is.

Omdat we ons nodig opnieuw moeten bevoorraden, verlaten de hoge route en volgen de GR11 richting Puerto de Gistain. Het pad naar Refugio de Estos is opvallend kalm. Daarna hebben we het gevoel over een heirweg te lopen. Zwetende dagjestoeristen komen ons voorbij. Sommige hebben in dit warme weer zelfs geen water bij.

Afdaling over een geplaveide wandelweg naar de Valle de Benasque

We volgen de tip op van Ton Joosten en kiezen voor Camping Aneto in de Valle de Benasque. We genieten van een warme douche en gaan te voet naar Benasque. Het wandelpad start vanop de camping en brengt je langs de Rio Esera op een half uurtje tijd naar het dorp. In bijna elke straat is een supermarktje te vinden. Na bijna twee weken crusli hebben we nood aan wat brood tussen de kiezen. We nemen meteen drie ciabatta’s en een stokbrood mee.

Groentjes
Afstand: 17km
Stijgen: 1550m, dalen: 500m

Door het slechte weer besluit ik dat de doortocht van het massief rond de Posets te gevaarlijk is. In de plaats daarvan wandelen we rond de Aneto met zijn 3404m de hoogste top van de Pyreneeën. Een al even zot idee, zo zou later blijken…

We lopen eventjes de Ruta Hipica richting Hospital de Benasque. Daarna ontvluchten we de pista en klimmen we recht de steile bosflank op naar de Valle de Ballibierna. We pikken de GR11 terug op en merken wat later dat we opnieuw een eindeloze onverharde weg moeten volgen. Tot onze grote verbazing rijden er ook bussen.

De woeste Valle de Ballibierna

Na de onbemande Refugio de Coronas laveren we over een stenig pad en merken dat iedereen ons tegemoet komt. Een bliksemschicht verlicht de hemel en wat later begint het te hagelen. We besluiten nog wat te schuilen in het bos voor we verder trekken over open terrein naar de Ibones de Ballibierna.

Volgens de kaart zouden wat hoger twee hutten moeten staan maar ofwel zijn die al lang verdwenen, ofwel werden immense rotsblokken verkeerdelijk als hutten aanzien.

Omdat we hogerop de Valle de Salenques willen geraken om de gelijknamige col de volgende dag over te steken, verlaten we het GR-pad en zetten we koers door ongebaand terrein naar de Col des Isard. We lopen rond een wankel sneeuwveld en kruipen over de rotsen schuin omhoog. Een eigen route vinden is niet gemakkelijk en als de mist opkomt, weten we amper nog waar de col zich bevindt. Verdacht veel bliksemafleiders staan op de bergkam en we voelen ons allerminst op ons gemak.

Bivak bij een gesloten hut net voor het opnieuw begint te bliksemen en donderen

Af en toe duikt eens een steenmannetje op bij de afdaling naar Estany del Cap de la Vall maar we volgen hoofdzakelijk onze eigen intuïtie. We voelen ons lange tijd in niemandsland tot we voor een futuristische hut staan, die op peilers gebouwd is. Alles is dicht en we zetten de tent op een veilige afstand maar niet te ver van de bliksemafleider bij de hut. Nog voor we kunnen beginnen koken, begint het avondlijke klank- en lichtspektakel.

Gij zult het lot geen twee maal tarten!
Afstand: 12km
Stijgen: 200m, dalen: 1100m

Door het lage wolkendek is het moeilijk in te schatten of het weer nu al iets is veranderd. We klauteren omhoog naar Col de Salenques. Nog maar 843 rotsblokken te gaan…

Een waar junglepad leidt ons door de vallei

Plots horen we een zware instorting hoog in de vallei. Ivo roept me een halt toe. Waar zijn we mee bezig, vraagt hij. Ik twijfel nog, hij niet. We dalen af en zoeken veiligere oorden op. Wat later komen we op een junglepad terecht. Ivo lijkt er niet gerust in te zijn dat hij die boomstam over het wassende water wel zal overleven.

Afdalen naar Hospital de Vielha

In het dal pikken we terug de GR11 op en lopen naar Hospital de Vielha, alles behalve een gezellig oord met het geluid van de autotunnel die alles overstemt. Hoewel je niet in de vallei mag kamperen, zetten we de tent op in het bos nabij de Pleta de Molières. ’s Avonds schijnt de zon en vol hoop kruipen we in onze slaapzak.

IJslandse wind
Afstand: 15km
Stijgen: 800m, dalen: 1400m

Wat beteuterd kijken we naar boven. De hoge bergen bij de Col de Mulières worden verscholen onder een dik grijs wolkendek. Als we enkele Spaanse dagjeswandelaars vragen wat de voorspellingen zijn, dan krijgen we “Mal!” en “Agua!” als antwoorden. Dan maar een alternatieve route zoeken die ons in drie dagen naar Luchon kan brengen, het eindpunt van onze tocht. We wandelen over de GR211-5 naar de Port de Vielha. De markering op de variante van de Circular de la Vall d’Aran is opmerkelijk goed.

Door het onstuimige weer zijn ook de schapen naar beneden gehaald

Op de bergkam waait het zo hard dat we reuzenstappen nemen om ons recht te houden. Ik vraag Ivo of hij mijn hand wil vasthouden. Hij antwoordt dat het nog niet zo erg als in IJsland is maar dat het er toch erg dichtbij komt.

Klim naar Port de Vielha

Het weer in de Val d’Aran ziet er een stuk beter is. Het belangrijkste stadje Vielha valt net als de naburige bergdorpen ten prooi aan het massatoerisme. In versneld tempo worden nieuwe appartementen en hotels gebouwd. Constructiekranen zijn overal te zien. We lopen door het drukke centrum en vinden een moderne supermarkt langs de autoweg.

Afdaling naar Vielha

Wat verder steken we de rivier over en merken dat ook hier de Camin Reiau (GR211-1) ligt, hoewel die op de kaart niet staat aangeduid. We zetten de tent op uit het zicht aan het uiteinde van een weiland.

Vielha

Trop de vin
Afstand: 20km
Stijgen: 1200m, dalen: 800m

Es Bordes blijkt nog een authentiek plaatsje te zijn. We lopen door de charmante oude steegjes tot buiten het dorp. Het wandelpad dat ons naar de Franse grens zou moeten leiden, loopt dood in het bos. Af en toe komen we een spoor tegen maar dit leidt telkens nergens toe. Dan maar zo de rechtaan rechtop naar een onverharde weg enkele honderden meters hoger. Er is geen pad te zien dat naar boven leidt en dus volgen we verder de pista.

Terug naar Frankrijk

Twee uur later hebben we amper 50m hoogte overwonnen en dus klimmen we opnieuw recht de steile bergflank op. Eens boven de boomgrens, duiden de grenspalen op de bergkam aan waar het pad loopt. We kijken uit op de hoge pieken waarlangs de HRP loopt. Ze zijn bedekt met een vers laagje sneeuw.

Op zoek naar de onbemande hut van Campsaure

De onbemande hut van Campsaure is iets bemander dan verwacht. De herder heeft er enkele vrienden uitgenodigd voor een glaasje wijn en een nachtje roes uitslapen. Hij verwijst ons graag terug naar de hut die we een half uur eerder voorbijkwamen. “Of er water is? Natuurlijk, wat een vraag?! De beesten hebben toch ook water nodig!”

We keren op onze stappen terug en wat later komt de herder met zijn nog zattere vriendin achter ons aangereden. Geen water te zien. Ik bedank de herder voor de moeite en laat hem niet de kans zijn dronkemansverhaal voor een derde keer te doen.

In dit hutje hebben we één van onze meest memorabele nachten beleefd…

We zetten de afdaling opnieuw in en driekwartier later komt het duo ons weer voorbij. Hij heeft nog een andere hut. Daar is misschien water te vinden. Hij wil ons een lift aanbieden maar we bedanken voor de eer. We besluiten het erop te wagen en warempel, in het naburige riviertje blijkt nog een klein stroompje water te lopen. ’s Avonds verwarmen we ons aan de open haard terwijl het buiten opnieuw stormt.

Uitloopdag…
Afstand: 10km
Stijgen: 0m, dalen: 800m

Als ik ’s morgens opsta, voel ik me geradbraakt. Midden in de nacht begonnen mijn darmen te protesteren. Diarree en braken doen een vergiftiging vermoeden. Dit keer niet van voedsel maar van water. Het stroompje zag er nochtans onschuldig uit. Omdat onze Micropurpilletjes – na vijftien jaar in de verpakking – nog weigerden op te lossen, hadden we ze de laatste dagen niet meer gebruikt.

’s Morgens slapen we allebei nog wat bij en strompelen dan via een lokaal paadje in twee uur tijd naar Luchon. Ivo gaat op expeditie naar de lokale supermarkt. Hij geraakt amper terug… We zouden voor de laatste maal uit eten gaan. In de plaats daarvan zitten we op een bankje in het park beschuit en yoghurt te eten. De wijn is ingeruild voor een fles cola. We hadden ons het einde van de tocht wel wat anders voorgesteld…

Conclusie

Een uitdagende trekking met veel afwisselende landschappen. Voor de ervaren bergwandelaars een aards paradijs!

Meer beelden in dit fotoalbum. Klik op ‘slideshow’ voor een diavoorstelling.

PRAKTISCHE INFO

BEREIKBAARHEID

Heen- en terugreis:

  • Trein naar Lille Flandres (Frankrijk) of Brussel-Zuid (België)
  • TGV/Thalys naar Paris Nord
  • Transfer metro of te voet (4,8km) naar Paris Austerlitz
  • Nachttrein naar Lourdes (heen), vanaf Luchon (terug)
  • Bus van Lourdes naar Cauterets (€4,8 voor -26j, €6,2 voor +26j)

Tip 1: Drie maanden voor reisdatum kans op goedkope tickets (Prem’s) voor TGV (€24 traject Lille-Parijs) en nachttrein (€68 heenreis/€70 terugreis) onafh. van leeftijd
Tip 2: Indien je vroeg boekt via de site van de SNCF en met de VISA betaalt, tickets te verkrijgen voor de nachttrein van €25 tot €40.

OVERNACHTING
Tent en onbemande herdershutten.
Berghutten zijn er ook maar ze zijn minder dik bezaaid dan in de Alpen. Je gaat hoedanook je route moeten aanpassen en reserveren.

KAARTEN

  • Editorial Alpina ‘Ordesa’ 1:40.000 (onmisbaar voor het Ordesagebied)
  • Mapa excursionista/carte de randonnées Pirineos/Pyrenées nr. 24 ‘Gavarnie-Ordesa’ 1:50.000
  • Mapa excursionista/carte de randonnées Pirineos/Pyrenées nr. 23 ‘Aneto-Posets’ 1:50.000

BEWEGWIJZERING
GR-tekens, steenmannetjes en eigen intuïtie

INTERESSANTE GIDSEN

  • Ton Joosten: Het grote Pyreneeënavontuur: de Haute Randonnée Pyrénéenne in 5 routes en 42 etappes (nog verkrijgbaar)
  • Ton Joosten: In de ban van de Pyreneeën (niet meer verkrijgbaar, soms wel in bibliotheken uit te lenen: zeer interessant voor zijsprongetjes en originele HRP-trajecten)
  • Kev Reynolds (Cicerone): Walks and Climbs in the Pyrenees (bijkomende info over bewandelbare toppen en HRP)

BEVOORRADING
Cauterets (bakkerij, kruidenierszaken), Gavarnie (bakkerij, kleine supermarkt en nutteloze souvenirshops), Benasque (verschillende supermarktjes, Spar interessantst want meer keuze en gascartouches van diverse merken te koop, buitensportzaken), Luchon (alles, einde tocht)

Eén reactie

Plaats een reactie