Verlaten kazernes en bunkers in de Maritieme Alpen

7-daagse kampeertrekking van St Dalmas en Valdeblore naar St Etienne de Tinée

In de Maritieme Alpen stonden tijdens de eerste helft van de 20ste eeuw Italianen en Fransen tegenover elkaar. Stille getuigen zijn de vervallen forten, kazernes en prikkeldraad hoog in de bergen. Nu domineert de prachtige natuur terug in deze ruwe bergstreek. Steenbokken en gemzen zijn alomtegenwoordig in ‘les Alpes du Soleil’. En het bergtoerisme staat hier nog op een laag pitje.

Deze tocht start en eindigt in Frankrijk maar hopt meermaals de grens met Italië over. Twee aaneengrenzende natuurparken worden bezocht: Parc National du Mercantour en Parco Nazionale di Alpi Maritime. In dit verslag zijn zowel mijn aantekeningen als die van Bart opgenomen.

Dag 1: St-Dalmas-en-Valdeblore naar Lacs de Millefonts via Col de Veillos
Afstand: 7,5 km
Stijgen: 1010m, dalen: 0m

Na het ontbijt springen we de bus op richting Alpen. Na ongeveer 2 uur reizen, komen we aan in St Dalmas, een klein bergdorp op 1290m hoogte. We lopen nog even langs de boulangerie. Daarna start de klim via de GR52 door de Vallon de Bramafam. Het gaat meteen steil bergop en de kuiten stribbelen wat tegen. De rugzak weegt als lood.

Middagpauze met uitzicht op St-Dalmas-en-Valdeblore

Bart: Het zweet dat zich ophoopte in de klieren opgespaard tijdens het luilekkerleventje in belgenland begon te vloeien; eerst bescheiden, maar nadien steeds intenser en dwingender. Het leek alsof het revanche nam. Zo zal het de komende 7 dagen zijn. Het spookt door je hoofd.

Klim naar Col de Veilloz

We laten de bewoning achter ons en dringen dieper het Parc National de Mercantour in. De eerste pas, Col de Veillos (2194m), moet er aan geloven. De vier Lacs de Millefonts liggen daarna snel aan onze voeten.

Op naar Lacs des Millefonts

Bij Lac Long (2300m) vinden we een prachtige bivakplek. Het ondiepe meer staat vol veenpluis. Lang valt er van de omgeving niet te genieten want het wolkendek schuift toe en laat dikke druppels naar beneden vallen.

Bivak aan Lac Long

Bart: Bij het opzetten van de tent in een prachtige kom met een meertje kom je tot rust. Enkel je vermoeide reisgezellen, voorts niemand, op een verre gems na. Geen behoefte meer om je mail te lezen, te telefoneren of te zappen, enkel een kaartje leggen in de tent. Met vieren in een tweepersoonstentje whisten, tenmidden van het aroma van geurende kousen, een opgedroogde T-shirt en dito ondergoed. Back to basics dus en genieten van de kleine geneugten des leven.

Dag 2: Lacs Millefonts naar Lago Inferior di Valscura via Col du Barn, Col de Salèse, Lac Nègre en Pas du Préfouns
Afstand: 17,5km
Stijgen: 925m, dalen: 951m

Een zonnige maar killige ochtend waarbij muts en sjaal dankbaar uit de rugzak worden gevist. We klimmen nog een 150m verder omhoog naar Col du Barn (2452m) waar we een prachtig zicht hebben op het bergmassief op de Frans-Italiaanse grens dat we later vandaag gaan oversteken.

Afdaling in de vallei van de Barn

We duiken terug naar beneden tussen frisgroene lorken langsheen Vacherie du Barn naar Vacherie du Collet (1842m). Het is stil in de boerderij.

Vacherie du Collet

Gestaag loopt het over een grintweg terug wat bergop naar Col de Salèse (2031m) vanwaar we naar Lac Nègre (2354m) klimmen. Het is even zoeken naar het niet-bewegwijzerde pad dat aan Pont d’Ingolf begint. Orchideeën staan in de berm. Bart struikelt en met een beladen rugzak ben je dan verloren. Zijn val wordt gelukkig gebroken door de enige modderplas die er op onze weg te vinden is.

Lac Nègre

We komen terug boven de boomgrens uit en hebben zicht op een impressionant keteldal met ruwe bergtoppen rondom. De korte siësta aan het meer in het zonnetje doet deugd. Over een puinhelling gaat het zigzaggend naar Pas du Préfouns (2615m), een nauwe bergpas temidden loodrechte granieten rotsen op de Frans-Italiaanse grens.

Vanaf Pas du Préfouns dalen we af in Italië

We duiken het Parco Nazionale di Alpi Maritimi in laverend over een blokkenterrein. Enkele gemzen kijken vanop een sneeuwveld toe.

Gems

Het Pian del Valasco ligt diep beneden in de vallei waar ook het vierhoekige jachtpaviljoen van de voormalige koning van Italië staat. Victor Emmanuel II kwam hier in de 19de eeuw vaak jagen op gemzen en steenbokken. Het is ook door zijn toedoen dat er noordelijker in de Franse Alpen een koninklijk jachtreservaat werd opgericht die de populatie van de steenbokken moest beschermen, later werd dit het Parco Nazionale di Gran Paradiso en het eerste Italiaanse nationaal park. Steenbokken zijn eenvoudig te doden omdat ze niet schuw zijn en waren zo bijna uitgestorven begin 20ste eeuw. Intussen zijn ze terug meer verspreid, ook hier in de Maritieme Alpen.

Het Pian del Valasco ligt diep beneden in de vallei.

Rifugio E. Questa (2388m) komt als gelegen om de lege batterijen terug op te laden. Een geplaveide militaire weg leidt ons daarna van Lago delle Portette via Lago del Claus naar Lago Inferior di Valscura (2274m).

Rifugio E. Questa

Enkele vervallen kazernes en materiaaldepots staan bij het meer. We zetten de tent op de groene oever en whisten nog enkele uurtjes lang. De zetten van Olivier worden steeds sluwer.

We dalen af naar Lago Valscura waar we gaan bivakkeren

Bart: Het is lang geleden dat een cola nog zo gesmaakt heeft. Een half uurtje rust en we voelden de krachten terugkomen tesamen met de snelle suikers. Nog even doorzetten tot aan één van de volgende meren een uurtje verder en dan eindelijk de rugzak af, tent zetten, een warme maaltijd maken en tot rust komen, ditmaal fysiek. Liggend op je matje genietend van de stilte, de eenzaamheid en het majestueuze uitzicht van de vallei, daar doen we het voor.

Dag 3: Lago Inferior di Valscura naar Lago di Sant Anna via Baisse du Druos, Lacs de Terre Rouge, Pas du Loup, Cime de la Lombarde en Col de la Lombarde
Afstand: 14,5km
Stijgen: 680m, dalen: 780m

Bij de Lago Superior di Valscura vinden we een impressionante kazerne, die pas in 1917 door de Italianen werd afgewerkt. Ook hier duidelijke sporen van verval. Voorzichtig gaan we op exploratie. Enkele steenbokken zetten het op een lopen. Alpenkauwen vliegen rond.

Een verlaten kazerne

De Grande Traversata della Alpi (GTA) leidt ons via Baisse de Druos (2628m) even terug naar Frankrijk. Bij de Lacs de Terre Rouge (2500m) kiezen we voor een mooie maar pittige wandelroute op en langsheen de rotsachtige grenskam.

Lacs de Terre Rouge

Via Pas du Loup (2665m) gaat het naar de Cime de la Lombarde. De avontuurlijke route loopt langsheen de flank en is nog met enkele sneeuwvelden bedekt. De Mont Viso (3841m) is in de verte herkenbaar aan zijn piramidevormige top.

Mont Viso

De klim naar de top van de Lombarde (2800m) is zondermeer pittig te noemen. Ik moet Bart en Lieven laten gaan. We duiken weg achter de rotsen om te lunchen en overbruggen daarna de laatste klimmeters naar de top. Bij het kruis kijken we over de grootse bergomgeving uit.

Klim naar de top van de Lombarde

De afdaling naar Col de la Lombarde gaat over een woestenij van blokken. Voorzichtig dalen we af over de bergrug.

De afdaling naar Col de la Lombarde gaat over een serieus blokkenterrein

Bart: Pittig en interessant gegeven is dat we om 300 m te dalen 2 uur nodig hadden. Als een gems springend en laverend in een zee van puin steil afdalen maar dan veeeeeeeel trager! Het mag gezegd worden, met 20 kg of meer op je rug een mentale en fysieke beproeving. Col de la Lombardo zal niet snel vergeten worden.

De weg over de Col de la Lombarde werd begin 20ste eeuw voor militaire doeleinden aangelegd en is de meest zuidelijke berijdbare bergpas boven de 2000m. Het verbindt Vallée de la Tinée met Valle Stura. Er staan nog enkele vervallen betonnen bunkers van de laatste wereldoorlog.

De GTA leidt ons verder over de bergkam naar Lago di Colle di Sant Anna

De GTA loopt over de bergkam langsheen de Frans-Italiaanse grens. Nabij Cima Moravacciera gaat het terug dieper Italië in naar Lago di Colle di Sant Anna (2156m) waar we onze bivak opslaan. Intussen regent het pijpenstelen en de tenten worden in een vlugje opgezet. Bij de ene lukt dat al wat beter dan bij de andere.

Na enkele uren is de hemel helemaal uitgeklaard. Als ik vanonder het natte zeil kruip, zie ik een moeflon wegvluchten tussen de lorken. Heerlijk om in je eentje te bezinnen met zicht op de bergen. Een innerlijke rust daalt over me neer.

Na regen komt zonneschijn

Bart: Als kers op de taart werden we overvallen door een stortbui net voor het installeren van het bivak aan het meer. Dankzij Olivier werd er in het bergdorpje nabij het Sanctuaria di Sant’Anna di Vinado een plaatselijke kroeg gevonden. Even afdalen, voldoende bijtanken en nadien klimmen om het alcohol te verbranden voor het slapengaan.

Dag 4: Van Lago di Sant Anna naar Bagni di Vinadio via Sanctuaria di Sant’Anna di Vinadio en Passo di Bravaria
Afstand: 9km
Stijgen: 301m, dalen: 1189m

We dalen af naar het Sanctuaria di Sant’Anna di Vinadio, het hoogstgelegen sanctuarium van Europa op 2010m hoogte. Het klooster maakt zich volop op voor het jaarlijkse ‘Festi Patronali’ (feest voor de patroonheilige).

Sanctuaria di Sant’Anna di Vinadio

Om 10u begint de processie. Eén van de organisatoren klampt me aan. Met wat Italiaans Engels maakt hij me duidelijk dat hij verwacht dat ik mijn kaart symbolisch afgeef aan het begin van de stoet. Dat we geen pelgrims zijn, is voor hem geen bezwaar. We zijn dan ook de enige die hier met een rugzak rondlopen. Een kloosterzuster wordt er al bij geroepen. We hebben nog een halve wandeldag voor de boeg en ik tracht hem zo vriendelijk mogelijk af te wimpelen.

Drukte voorafgaand aan de jaarlijkse processie

Wij laten de devotische drukte achter en zetten koers naar Bagni di Vinadio. Langsheen Lagi di Mouton gaat het naar de Passo di Bravaria (2311m) om dan via de Vallone d’Insciauda af te dalen. Een apollovlinder kruist onze weg. In de vroege namiddag komen we aan in de thermen van Vinadio (1280m).

Op de Passo di Bravaria

We zetten de tent op de camping en spoelen het zweet van vier dagen wandelen weg onder de douche. Daarna gaat het van de lokale dorpswinkel (met Italiaans ijs) naar een pannekoekenhuis in Strepeis om ten slotte te eindigen in een restaurantje aan de overkant van de straat waar de mama’s druk in de weer zijn in de keuken. Onze voorraad calorieën is in geen tijd terug aangevuld.

Afdaling naar Bagni di Vinadio

Bart: Samen ’s avonds uit eten gaan, lang vooraf al aperitieven, het was misschien niet wat Jeroen Meus beoogt, maar het smaakte en bovendien was het nog erg gezellig ook. Was het het aperitief of de wijn, feit is dat de gereserveerdheid in de groep langzaam plaats ruimde voor een ongedwongen en gezellige sfeer.

Genieten van de Italiaanse keuken

Dag 5: Bagni di Vinadio naar Rifugio Talarico via Rifugio Migliorero, Passo di Rostagno en Passo Sottano Di Scolettas
Afstand: 15km
Stijgen: 1436m, dalen: 997m

Mist en regen beloven weinig goeds. We moeten tot onze spijt afscheid nemen van Liesbet die zich niet sterk genoeg voelt om de tocht verder te zetten. Het zal haar een dagje reizen kosten om via de kust terug in Nice aan te belanden.

Regen en mist tijdens de klim naar Rifugio Migliorero

De geplande route over de bergkam heeft in dit slechte weer weinig zin en is niet zonder gevaar, dus opteren we voor de vallei. In Bagni di Vinadio heb ik een pad gevonden richting Besmorello dat ons wat asfalt bespaart. We klimmen verder door de Vallone dell Ischiator naar Rifugio Migliorero. Af en toe kunnen we de haarspeldbochten op de piste afsnijden door smalle paden.

Ondanks het duistere weer en de beklemmende vochtigheid houdt iedereen de sfeer erin. Regenjassen voelen op den duur natter aan van binnen dan van buiten. We vluchten de berghut in voor de lunch. Iedereen nipt tevreden van zijn warme chocomelk.

Ook hier oorlogsrestanten

Het gaat verder omhoog naar de Passo di Rostagno. Opnieuw zijn enkele bunkers in de rotsen uitgekapt. Bart trakteert ons op een spervuur met zijn wandelstok. De druppels worden groter en dikker als we afdalen via de gemarkeerde winterroute naar Rifugio Zanotti (2200m). De berghut is gesloten en de winterruimte een donkere kruipkelder vol rommel. De thermometer aan de voordeur geeft nog geen 5°C aan.

We komen niemand meer tegen

We gooien de planning om en trekken verder over de Passo Sottano Di Scolettas naar Vallone i Pontebernardo. De afdaling loopt door hoog gras waarlangs het water zo de schoenen instroomt. Nat, natter, natst.

Regen op de Passo Sottano Di Scolettas

De gesloten Rifugio Talarico zijn we zo voorbijgelopen. Gelukkig heeft een man die een bar aan het schilderen is in Prato di Vallone de sleutel. De hut lijkt meer een chalet. We hangen waslijnen dwars doorheen het eetzaaltje. Dan beginnen de mannen overenthousiast de kachel op te stoken. In geen tijd zitten we in korte mouwen en moet de deur naar het slaapvertrek open. De kleddernatte kleren zijn in enkele uren droog. De spierballen van Nicolas gaan rollen als hij de zaag bovenhaalt. Ook ik mag symbolisch voor een blok hout zorgen. Buiten blijft het water met bakken uit de lucht vallen. Een gezellige avond waarbij enkel de schnaps ontbreekt…

De mannen stoken de kachel op in Refugio Talarico…tot rond de 25°C

Bart: Om 17 u kwamen 5 verzopen waterkiekes aan bij de beheerder van Rifugio Talarico en namen de sleutel in ontvangst. God leek ons eindelijk goed gezind. De kachel werd aangestoken en een korte wedstrijd houtzagen maakte duidelijk dat de krachtverhoudingen tussen de verschillende deelnemers niet gelijk waren. Ieder deed zijn duit in het zakje bij het zagen van een boompje en de tenten en kledij werden wederom gedroogd. De geur was waarschijnlijk niet te harden, maar wij waren er ondertussen immuun voor.

Dag 6: Rifugio Talarico naar laagste Lac de Vens via Colleto di Panieris, Pas des Blanches, Collet de Tortisse en Refuge de Vens
Afstand: 10km
Stijgen: 963m, dalen: 389m

Het contrast met gisteren kon niet groter zijn. De staalblauwe hemel doet de moraal veel goed. In de vallei kijken we wat verbouwereerd naar een kleine edelweissplantage. Vanaf de Prati di Vallone gaat het via een steile klim naar Colleto di Panieris.

Klim naar Colleto di Panieris

We exploreren een netwerk van bunkers op de bergkam. De gangen zijn aan het instorten. Prikkeldraad ligt te verweren rondom. Enkele jonge steenbokken kijken ons nieuwsgierig aan. Het heeft wel iets in deze ruwe bergwereld.

Bunkers op Colleto di Panieris

We trekken verder over de kam naar Pas des Blanches. De kleur van de bodem varieert van grijs naar okergeel. Erosie zorgde voor een natuurlijke boog.

Jonge steenbokken

De Lacs de Vens liggen als een helderblauw parelsnoer diep beneden ons. We dalen af naar de gelijknamige berghut waar we de stafkaart op tafel leggen.

Lacs de Vens

We besluiten richting de Plan de Ténibre te trekken om daar te bivakkeren en morgen een toppoging van de Mont Ténibre, een drieduizender op de grens, te doen. Een plan dat al snel weer wordt opgeborgen als dreigende onweerswolken komen opzetten. We voelen terug nattigheid en slaan onze bivak op bij het laagste meer. Net als we onder het zeil of in de tent kruipen, valt de eerste druppel.

Eten in de mist

Bart: We werden duidelijk voorzichtiger en gingen meer doordacht te werk. Geen 2 keer op 1 tocht uitgeregend worden was de betrachting. Dat we hierdoor meer tijd kregen om te kaarten of te niksen was een misvatting. We kregen een verkorte spoedcursus oriëntatie en kompasschieten. Nadien volgde uiteraard een test alvorens we aan ons avondeten mochten beginnen.

Dag 7: Lac de Vens naar St-Etienne-de-Tinée via Crête des Barbarottes, Plan de Ténibre en Lac Pétrus
Afstand: 13,5km
Stijgen: 291m, dalen: 1415m

Vandaag rest ons enkel een lange afdaling naar het eindpunt St Etienne de Tinée maar we maken de etappe bewust wat langer.

Lacs de Vens

We zetten de klim in naar de Crête des Barbarottes en pikken de Chemin de l’Énergie op, een panoramaweg op 2400m hoogte. Dit pad werd oorspronkelijk geconstrueerd in de jaren ‘30 toen men waterkracht wou gebruiken om elektriciteit op te wekken in de vallei van de Tinée. De weg werd gebruikt om materiaal en arbeiders te vervoeren tussen de bergmeren. Uiteindelijk is het grootse project door de Tweede Wereldoorlog een halt toegeroepen.

Langs de Chemin de l’Energie

De vlakke route gaat niet vervelen. Het uitzicht over de vallei en de bergen blijft variëren. We oefenen nog wat kaart en kompas en dalen daarna af. De tenten worden opgezet op de gemeentelijke camping en de voeten nog eens onder tafel geschoven.

Het vlakke pad gaat niet vervelen

Bart: De reservedag werd een heerlijke lummeldag. Bus rijden, strand liggen in een stralende zon aan de Côte d’Azur, stadsexploratie van Nice en op aangeven van Olivier een bezoek aan een knus restaurantje. In de jeugdherberg evalueerden we de gepasseerde 8 dagen. Een mooie vakantie hoeft niet duur te zijn, is een interessante uitdaging, biedt mooie panorama’s en is een uitstekende wijze om te ontstressen.

Het eindpunt van de tocht: St Etienne de Tinée

Conclusie

Een zeer gevarieerde tocht waarbij zowel natuur als cultuur aan bod kwamen. Een tussenstop in het midden van de tocht doet de batterijen weer opladen. Deze regio is en blijft een absolute aanrader voor ervaren trekkers die op zoek gaan naar uitdagende paden en prachtige bivakplekken.

Meer beelden in dit fotoalbum. Klik op ‘slideshow’ voor een diavoorstelling.

PRAKTISCHE INFO

BEREIKBAARHEID
We namen de rechtstreekse TGV van Brussel-Zuid naar Nice, goed voor een 8tal uurtjes reizen. We hebben daarna overnacht in de jeugdherberg van Nice ‘Les Camelias’ (€26 voor K&O) om dan de volgende ochtend bus 730 naar St Dalmas en Valdeblore te nemen (aan de voorzijde van het station).
Terug reisden we vanaf St Etienne de Tinée met bus 740 naar Nice (halte nabij de camping) waar we ’s avonds terug in de jeugdherberg sliepen. De volgende dag reisden we terug met de TGV naar Brussel.

Ook de nachttrein is een mogelijkheid, dan moet je wel overstappen in Parijs (Thalys/TGV komt toe in Paris Nord, daarna metro, en vertrek nachttrein in Paris Austerlitz). De aansluiting met de bus naar de bergen is op de heenreis wel minder. En de kans zit erin dat je pas ’s avonds een bus kan nemen.
Boeken van de trein kan via TGV Europe met de VISA of NMBS (internationale reizen) met VISA of bancontact.

De busuren vind je op http://www.cg06.fr/fr/servir-les-habitants/deplacements/transport-collectifs/lignes-et-horaires/lignes-et-horaires/. Je betaalt slechts €1 per persoon inclusief bagage voor de gewone buslijnen. Als je naar de skioorden reist betaal je iets meer. De ‘bus rando’ (1 x per dag) is gratis voor de lijn 730. Het is me niet duidelijk of dit ook zo is op lijn 740. Het openbaar vervoer wordt georganiseerd door het Conseil Général Alpes Maritimes, vandaar dat de prijzen zo laag zijn.

KAARTEN
Franse en Italiaanse kaarten in volgorde van gebruik:

  • Institut Geographique National 1:25.000: 3641 ET Moyenne Tinée
  • Istituto Geografico Centrale 1:25.000: 113 Parco Nat. Alpi Maritimi
  • Institut Geographique National 1:25.000: 3640 ET Haute Tinée 2 – Isola 2000
  • Istituto Geografico Centrale 1:25.000: 112 Valle Stura – Vinadio – Argentera
  • Institut Geographique National 1:25.000: 3639 OT Haute Tinée 1 – Auron

BEWEGWIJZERING EN AARD VAN PADEN
Deze tocht is zelf uitgestippeld op basis van de stafkaarten. Op deze route mag je alle soorten terrein verwachten: belopen paden, geplaveide militaire wegen, blokkenterrein, puinhellingen en oude sneeuwvelden (afhankelijk van de sneeuwval tijdens de winter). De bewegwijzering is goed, vooral aan de Franse kant.
Minder ervaren bergwandelaars kiezen beter voor de GR5 die de Franse Alpen en het Parc National de Mercantour doorkruisen. De GTA die de Alpen doorkruist aan de Italiaanse zijde is soms best pittig.

Wie wat meer tijd heeft, kan deze tocht koppelen aan de tocht die ik eerder maakte: Trektocht door het hart van de Maritieme Alpen. Beide routes zijn zeker complementair.

KLIMAAT
Er heerst een bergklimaat maar het is wel warmer dan aan de noordzijde van de Alpen. Mijn ervaring is dat het in de valleien (1000-1500m hoogte) toch snel 25° kan zijn. Een zonnehoedje en –crème zijn dan ook een must. In het hooggebergte loopt de temperatuur minder hoog op. De kans op een warmteonweer in de namiddag is soms groot en vroeg vertrekken is dan ook aangewezen. ’s Nachts kan het dan weer serieus afkoelen. Je slaapzak heeft dus beter een comforttemperatuur van -5°C.

OVERNACHTING
We hebben vooral wildgebivakkeerd. Dit is in deze streken voor één nacht toegelaten. Er zijn diverse mooie plaatsen, zeker bij de bergmeren. Je komt ook bijna zo goed als niemand tegen.

In Bagni di Vinadio sliepen we op de camping die in handen is van Albergo Nasi in het centrum. De prijs heb ik helaas niet bijgehouden maar het was betaalbaar. De douche betaal je apart.

Als je binnen wilt slapen, reserveer je best. Niet alle Italiaanse berghutten op de route bleken open te zijn. De Italianen kennende, doe je dat beter telefonisch. Ik heb de indruk dat ze in die streek wel een woordje Frans spreken. Door het slechte weer op dag 5 sliepen we in de kleine Rifugio Talarico en haalden de sleutel bij een man die een bar wat verderop in vallei aan het schilderen was. We betaalden €10 per persoon en konden gebruik maken van water, gas en hout voor de kachel. Er was geen douche en het toilet was buiten.

BEVOORRADING
In St Dalmas (beginpunt) vind je een bakkerij. In Bagni di Vinadio is een kleine winkel waar je beperkt kan herbevoorraden. Hij gaat al vroeg open ’s morgens zodat je vers brood kan meenemen. Er is een beperkt aanbod van gasbidons maar ik zou er niet te veel op vertrouwen. Eventueel kan je de bus ‘s avonds nemen richting Vinadio, een groter dorp dieper het land in, als de bus rijdt tenminste (in de zomer van 2011 uitzonderlijk niet…). In St Etienne (eindpunt) zijn er opnieuw diverse winkels en bakkerijen.

LINKS

Wie graag een tocht doet aan de Italiaanse kant van de Maritieme Alpen over de GTA, vindt heel veel informatie en praktische tochtvoorstellen op de site van Ignace Fermont: http://grandetraversata.wordpress.com/.

Plaats een reactie