Van herfst naar winter in Svanetië

Na een indrukwekkende tocht door Tusheti, reizen we naar het bekendste wandelgebied van Georgië. In Svanetië krijgt de Hoge Kaukasus alpiene allures. Gletsjers wurmen zich tussen de hoge bergpieken een weg naar de brede valleien. In Mestia pikken we de vrij populaire wandelroute op naar Ushguli om er dan een pittig verlengstuk aan te breien naar Chvelpi. De herfst heeft duidelijk al zijn intrede gemaakt…en op het eind lijkt het al winter.

Meteen op weg
Afstand: 12km, Hoogtemeters: 550m stijgen, 100m dalen

Mestia is zijn authenticiteit volledig kwijt. Dat is onze eerste indruk als we uit het minibusje stappen. De hotels schieten als paddenstoelen uit de grond. De oude verdedigingstorens staan er als afgedankte decorstukken bij. In één van de trendy bars kijken we wat beteuterd neer op een pover soepje en gekrompen kaasbrood. Het besluit om vandaag al op stap te gaan is snel en stilzwijgend genomen.

De authenticiteit van Mestia is met de grootschalige nieuwbouw verdwenen.

In het lege toerismebureau toont de dame ons de weerkaarten voor de volgende dagen: nog 3 dagen regen en pas vanaf dag 4 terug zon. De route naar Ushguli zou volgens haar perfect bewegwijzerd zijn, maar het startpunt vinden blijkt al niet simpel. Af en toe is er een likje verf maar even vaak moeten we de wandelkaart raadplegen om te weten welke richting we uit moeten.

Vallei van Mestiachala

Melkkleurig gletsjerwater meandert door de met stenen bezaaide vallei van Mestiachala. Door het lage wolkendek zien we niets van de ruwe pieken en gletsjers kenmerkend voor Svanetië. Enkel de herfstkleuren fleuren het landschap op. Fragmentair vangen we een beeld op van besneeuwde bergflanken.

Af en toe krijgen we zicht op besneeuwde bergflanken.

Lange mysterieuze sporen staan in het modderige pad afgedrukt. Wat verder zien we een grote houten slee waarmee boeren, ook in de zomer, ladingen vervoeren.

We blijven op hoogte in de vallei van Mulkhura. Onder ons zijn her en der nederzettingen omgeven door afgebakende weiden. Enkel de bergflanken zelf zijn niet in cultuur gebracht. Ook in deze vallei staat het vol met verdedingstorens. Elke familie had er wel één om zich te kunnen beschermen tegen invallen.

Vallei van Mulkhura.

Als we wat verder eindelijk een geschikte bivakplek vinden, kijken we vanonder het zeil plots op de poten van een paard. Onze doortocht van Lakhiri is niet onopgemerkt gebleven. Enkele kinderen komen ons een bezoekje brengen vooraleer ze er in volle galop – en zonder zadel – vandoor gaan.

De eerste sneeuw
Afstand: 18km, Hoogtemeters: 1000m stijgen, 770m dalen

De volgende ochtend doet de zon een schuchtere poging het dikke wolkendek te doorbreken. Na een uurtje struinen langs een pad dat er eigenlijk niet is, besluiten we om in een directissimo af te dalen naar de rivier en de wandelbrug van Cvhabiani. Wie deze tocht wilt nalopen, raden we aan om wat minder ambitieus te zijn en via een lagere route langs Cholashi de brug te bereiken.

Als we de brug zien liggen, besluiten we gewoon om rechttoe rechtaan af te dalen.

De boeren zijn volop hun weiden aan het maaien en aangezien alles nog met de hand gebeurd, is het hard labeur. In Chabiani staan deze keer wel duidelijk witoranje strepen die  de route aanduiden naar Adishi. We ontmoeten diverse wandelgroepen. Enkele Israëli bieden ons zelfs koffie aan.

Het gras wordt nog met de hand gemaaid.

Hogerop komen we op een piste terecht maar gelukkig vinden we af en toe een leukere doorsteek. Het is mistig en de sneeuwvlokken worden door de wind zijdelings in ons gezicht geblazen. Het pad dat we willen nemen om in Adishi te geraken, vervaagt al snel. We dalen af door hoog nat gras en erg drassige stukken. De regenbroek bleef alweer te lang in onze rugzak zitten en we worden zeiknat.

Het sneeuwt.

Wat verkleumd komen we toe in het dorp en stappen het eerste het beste gasthuis binnen. Geen grote luxe maar we krijgen wel de slaapkamer net naast de verwarmde leefruimte en kunnen onze kledij drogen aan de hete kachel. Het doet deugd om weer helemaal op te warmen. Het eten is zoals altijd erg copieus en een huisgestookte tsjatsja (druivenwodka) mag niet ontbreken.

De afdaling naar Adishi was niet eenvoudig.

Verse frieten
Afstand: 20km, Hoogtemeters: 678m stijgen, 958m dalen

Naast de resten van de warme maaltijd krijgen we ook nog eens verse frieten als ontbijt. Verhongeren doe je zeker niet in Georgië.

Het pad naar Iprari loopt door de vallei richting de voet van de Adishi gletsjer en buigt daarna af om te klimmen naar de Chkunderi-pas (2.722 m). In beter weer hadden we ons wellicht gewaagd aan een meer directe en hoge route, maar dit is in deze condities geen optie. Een vers laagje sneeuw siert de daken en steile bergflanken. De zwijnen moeten nu echt gaan wroeten naar voedsel en de paarden grazen verwoed op zoek naar wat gras.

Adishi

Ook nu blijven de hoge pieken onzichtbaar. Even vangen we een glimp op van de ruwe Tetnuldi (4.858m). Het wolkendek is voortdurend in beweging. Wat verder in de vallei moeten de schoenen uit voor een doorwading door ijskoud gletsjerwater.

Het pad naar de Adishigletsjer.

De sneeuw wordt steeds dieper tijdens de klim naar de Chkhunderi-pas. De heuvelflanken rondom de vallei van Khaldechala kleuren helemaal wit. Het lijkt net winter.

Op de Chkhunderi-pas.

Terug in het dal zoeken we onderdak in één van de schuilhutten terwijl het terug begint te sneeuwen. Het pad dat de doorsteek maakt naar Davberi is volgens de enige lokale bewoners van Khalde niet meer in gebruik. Vooral de oversteek van de rivier zelf wordt hierdoor ondoenbaar, de rivier heeft namelijk een diepe kloof uitgesleten.

Vallei van de Kaldechala

In Iprari komen we terug tussen de boeren. Met de hulp van enkele inwoners vinden we een veepad dat ons naar Lalkholi leidt. Daar is het terug de piste op richting Ushguli.

Zwijnen lopen vrij rond in Georgië.

Bevroren bergschoenen
Afstand: 14km, Hoogtemeters: 1200m stijgen, 0m dalen

Ontwaken in een diepvriezer, zo leek het wel als we uit onze warme slaapzak kropen. Slapen in een dal als het koud en vochtig is, is geen al te best idee. Het zeil lijkt minstens dubbel zo zwaar te wegen. De aangevroren sneeuw blijft er bij het uitschudden halsstarrig aanhangen.

Slapen in een diepvriezer.

Mijn voeten hebben ijskoud in de bevroren bergbottines. Hoe sneller we vertrekken, hoe beter. Al is de piste niet het gedroomde wandelparcours, de omgeving is wel de moeite. De Enguri slingert zich in een canyon door de vallei. De zon licht de sneeuwlaag en herfstkleuren op.

De Enguri.

Ushguli is in zicht, het is eigenlijk een verzameling van diverse dorpskernen met hun eigen verdedingstorens. De lokale inwoners raden ons af om de oversteek te maken naar de vallei van Chvelpi en Mami wegens te veel sneeuw, maar we willen het er toch op wagen.

Ushguli.

In het begin is de route nog doenbaar, al gaat die wel recht omhoog in wat een besneeuwde rivierbedding lijkt. Met de wandelstokken kloppen we de verse sneeuw van de takken en proberen te vermijden zelf een ijskoude douche te krijgen.

Terwijl we aan hoogte winnen, wordt de sneeuw steeds dieper. Vanaf 2200m wordt het echt baggeren. Vol ontzag kijken we naar de bergkam boven ons. Nog eens 800m klimmen. Dit wordt zwaar.

Het wordt steeds meer baggeren.

Ik laat Ivo over aan zijn specialiteit: sporen. In zigzags duwen we ons omhoog naar de kam. De uitzichten zijn overweldigend. Eindelijk zien we de hoge pieken en gletsjers van Svanetië. Beneden is intussen de dooi ingezet.

Daarom doen we het!

Het is al laat in de namiddag als we de bergkam bereiken. Tijd om wat sneeuw uit te graven voor de bivak. Gewapend met kookpot en deksel halen we zo’n half metertje weg voordat de, gelukkig nog niet bevroren, grassige ondergrond tevoorschijn komt. We vangen de laatste zonnestralen op, maar eenmaal de berg zijn schaduw over ons heen werpt, begint het meteen te vriezen. Mijn leren bergschoenen lijken precies gelakt.

Na een halve meter sneeuw weggraven, kunnen we bivakkeren.

Russische roulette
Afstand: 12km, Hoogtemeters: 100m stijgen, 1000m dalen

Met alle kledij aan komen we de nacht vrij comfortabel door. Voordeel van een hoge bivak is dat je al snel van de ochtendzon kan genieten. Heerlijk om met die hemelse warmte wakker te worden!

Het voordeel van een hoge bivak: je vangt als eerste de zonnestralen op.

We vervolgen onze weg over de bergkam. Op sommige plekken jaagt de wind de vlokken weg, om ze elders terug bijeen te borstelen. Het gaat op en af, met afwisselend diepe en oppervlakkige sneeuw.

We volgen verder de bergkam.

Er duiken meer en meer wolken op maar het zicht blijft voorlopig goed. Aan de horizon zijn de witte pieken van de lage Kaukasus zichtbaar. We komen voorbij een wegwijzer die de steile zomerroute naar Ushguli aanduidt.

Ushguli ligt diep beneden ons.

We buigen af naar het zuiden en traverseren richting een kleinere bergtop genaamd Gorvashi (2.794m). Net naast de top begint de afdaling naar Chvelpi. Als je denkt dat je het ergste gehad hebt, krijg je vaak het deksel op de neus. De afdaling ligt er extreem glibberig bij. De ingrediënten: erg steil terrein, smeltende sneeuw en lang liggend gras. Zowaar de moeilijkste afdaling die we al gehad hebben op onze escapades. Het lijkt wel een Russisch roulette. Met uiterste voorzichtigheid en af en toe eens een snelle reactie komen we heelhuids beneden.

Een erg zware afdaling.

Behoorlijk afgepeigerd zoeken we een bivakplek. We vinden er eentje op de bergkam nabij enkele verlaten zomerbarakken. De laatste voedselvoorraad moet eraan geloven.

Modderschoenen
Afstand: 6km, Hoogtemeters: 0m stijgen, 940m dalen

Na zo’n dagje sneeuwploeteren zijn ook de D-schoenen van Ivo al behoorlijk nat geworden. Gelukkig vriest het niet en krijgen we deze keer de bottines makkelijk aan. Met een plastiekzak proberen we onze kousen wat langer droog te houden.

De hoe-houd-je-je-sokken-droog-techniek.

Geholpen door een tikkeltje intuïtie vinden we vrij makkelijk de weg naar Chvelpi, een dorp dat op de kaart groot lijkt maar eigenlijk gewoon uit een vijftal boerderijen bestaat die ver uit elkaar liggen. Als we beneden zijn, begint het opnieuw te regenen.

Chvelpi.

De weg door het dorp ligt er enorm drassig bij. Het is onmogelijk om de modder te omzeilen. Als bij wonder komt er op een veldwegje een minibusje aangehobbeld die richting Kutaisi rijdt, waar we ook naartoe willen om de trein te nemen. Onze medepassagiers kijken vreemd op als ze plots een paar bemodderde wandelaars op de bus zien stappen.

We konden de schoenen niet proper houden.

Conclusie

We hebben even moeten doorzetten maar het zicht op de hoge pieken en gletsjers is zondermeer indrukwekkend. Op zich is de route tussen Mestia en Ushguli voor veel wandelaars geschikt, al schiet de bewegwijzering te kort en moet je dus wat kaart kunnen lezen. Naar mijn gevoel gaat de route iets te vaak over pistes, weliswaar weinig bereden. De laatste twee dagen waren hard labeur maar heeft wel veel goed gemaakt qua wandelplezier.

PRAKTISCHE INFO

BEREIKBAARHEID

Naar Tbilisi

We verkozen een directe vlucht en maakten daarom de verplaatsing naar Schiphol. Daar vlieg je met Georgian Airways rechtstreeks op Tbilisi, de hoofdstad van Georgië. We betaalden 460,7 euro per persoon en boekten via de site van de luchtvaartmaatschappij zelf. Voor Georgië heb je trouwens geen visum nodig, wel een internationaal paspoort. Je paspoortnummer moet je doorgeven aan de vliegtuigmaatschappij (ofwel bij de boeking, ofwel achteraf als je je paspoort nog moet aanvragen).

De taxi naar onze overnachtingsplaats regelden we via onze hostel in de hoofdstad en we betaalden 25 GEL (omgerekend in september 2013 was dat 11,5 euro). Gezien de hoofdstad vrij groot en hectisch is, is dat uiteindelijk de makkelijkste manier. Maar er zijn wellicht ook opties met het openbaar vervoer, check daardoor een reisgids zoals die van Bradt over Georgië.

In Tbilisi verbleven we in Nest Boutique Hostel die we boekten via Hostel World. Een rustige hostel niet ver van het centrum maar wel moeilijk te vinden. Propere kamers, badkamer moet je delen met de andere gasten.

Naar Svanetië

De eenvoudigste manier is de nachttrein nemen. Voor de heenreis reisden we naar Zugdidi (14 GEL pp voor een slaapzetel). We reserveerden de dag zelf pas in het station en er was geen plaats meer in de couchettes. Bij aankomst in Zugdidi staan de (particuliere) minibusjes al te wachten. Het is niet altijd duidelijk welk busje het eerst naar Mestia vertrekt, dus je moet wat doorvragen over het uur van vertrek. De standaardprijs is 20 GEL pp. Reken op 3u30 rijden, onderweg wordt normaal gezien eens gestopt in een bar waar je wat eten kan kopen en thee (of iets stevigers) kan drinken.

In de terugreis reisden me met een minibusje van Chvelpi naar Kutaisi (20 GEL pp). We hebben wel geluk gehad want dat busje rijdt maar enkele keren per week en net op het moment dat we te voet in Chvelpi aankwamen, passeerde het. Wie minder geluk heeft, zal ter plaatse moeten navragen of er een busje rijdt en zo nodig liften. De weg is wel in geen te goede staat en er is niet zoveel passage. Er liggen wel diverse dorpjes. Je moet wel duidelijk zijn bij de chauffeur dat je aan het treinstation moet zijn van Kutaisi. Het is best een grote stad en wij kwamen op een parking aan een commercieel centrum terecht. In Kutaisi (dat ligt tussen Tbilisi en Zugdidi) stapten we terug de nachttrein op en toen hadden we wel een bed (10 GEL pp).

ROUTE & OVERNACHTING

We wandelden gedurende 6 dagen van Mestia naar Chvelpi. Bij goede condities kan je de laatste twee dagen combineren in één lange wandeldag. Bij ons lag er gewoon te veel sneeuw.

Van Mestia naar Ushguli kan je van homestay naar homestay wandelen. In Adishi sliepen we bij Nino & Tarzan (40 lari per persoon half pension).

KAARTEN & BEWEGWIJZERING

Voor de tocht zelf heb je een kaart van Geoland nodig nr.9. De kaarten hebben een schaal van 1:50.000 en zijn van voldoende kwaliteit. Perfect zijn ze zeker niet, hier en daar zijn er wel wat fouten. Als je bovenstaand verslag naast de kaart legt, zal je wel de route kunnen reconstrueren en aandachtspunten kunnen identificeren. Wie het ziet zitten om eens naar Gent te komen, mag mijn kaart bekijken. Ik heb er de correcties en aantekeningen op aangeduid.

Er is vrij weinig bewegwijzering, je moet dus wat kaart kunnen lezen om je plan te trekken.

Er zijn tal van mogelijkheden om de route uit te breiden, vooral ten westen van Mestia. Dan heb je ook kaart nr. 10 nodig.

Op Google maps heb ik een schets gemaakt van de twee routes die we in Georgië liepen met de bivakplaatsen. Hieronder vind je een afbeelding, als je in de kaart naar rechts sleept dan zal de route van Svanetië duidelijk worden. Klik hier voor het kaartje.

SEIZOEN

Gezien dit om een hooggebergte gaat, is het zomerseizoen vrij kort. Pakweg half juni tot eind september. In het begin van het seizoen mag je nog sneeuwvelden verwachten, in september valt er op hoogte vaak weer sneeuw in plaats van regen. Door het slechte weer in de 2de helft van september, lag er een halve meter sneeuw op 3000m. Onze zomerslaapzakken gaan tot -5°C en dat was nog net voldoende om in die condities te slapen want we kregen toch met vriestemperaturen te maken.

BEVOORRADING

De mogelijkheden zijn zo goed als onbestaande. Enkel in de homestays kan je uitgebreid eten.

VERDERE TIPS

Tbilisi is een bruisende hoofdstad en groot, maar er is wel een bovengrondse metrolijn. Je betaalt éénmalig voor een kaartje met een chip (2 GEL) die je voor meerdere personen kan gebruiken. Daarna zet je een bedrag op die kaart, reken op 0,5 GEL per rit per persoon. Wij hebben het helaas niet gedaan, maar het is zeker het overwegen waard om eens een concert Georgische polyfonische zang mee te pikken. In de Bradtgids lees je meer over bezienswaardigheden. Een bezoekje waard is de markt onder het centraal station. Ongelooflijk hoeveel kledij en schoenen ze in de kleine ruimtes krijgen uitgestald, ook meubilair wordt er verkocht. Maar er zijn wel nog grote markten in de hoofdstad, vb. daar waar de minibussen aankomen.

Eén reactie

Plaats een reactie