Pionieren langs de Via Dinarica

De Dinarische Alpen strekken zich uit over de hele Balkan, van Slovenië tot Albanië. Ondanks de prachtige berglandschappen, vinden weinig mensen de weg ernaartoe. Kenan Muftic en Tim Clancy wilden daar verandering in brengen. Geïnspireerd door de Via Alpina die de hele Alpengordel doorkruist, creëerden ze hun eigen langeafstandsroute: de Via Dinarica.

In 2013 verkenden ze voor de eerste keer een mogelijk traject en stilaan krijgt die meer en meer vorm. Het was voor mij de perfecte leidraad om enkele bergmassieven aan elkaar te ritsen die me al een tijdje interesseerden: Treskavica, Zelengora en Sutjeska in Bosnië-Herzegovina en Durmitor in Montenegro. Goed voor 12 dagen stappen en wildbivakkeren.

De eerste grintweg

Het water gutst uit de hemel, de ruitenwissers kunnen amper volgen. Terwijl Kenan vakkundig het stuur de volgende bocht indraait, vraagt hij een tikkeltje cynisch “Do you like this kind of weather?”. Nog volle goeie moed vanuit mijn droge passagierszetel antwoord ik “Oh, we will take it as it comes. The weather forecast says Friday will be better”. “That is still 4 days from now”. “Hmmm”.

Kenan raadt ons af om Treskavica van noord naar zuid door te steken. Het gevaar voor landmijnen zorgt ervoor dat dit deel van de nieuwe langeafstandsroute door de Balkan nog niet haalbaar is. Men probeert nu middelen vrij te krijgen om het traject te ontmijnen.

De start van onze tocht: een grintweg in mistig en nat weer.

Aan de zuidrand van het massief kan je wel al stappen, dus starten we hier onze tocht. Hij laat ons achter aan het begin van een grintweg die over een mistig en desolaat hoogplateau kronkelt. We hullen ons meteen van kop tot teen in waterdichte kledij. Na twee uurtjes marcheren komen we bij een onbemande hut, waarvan enkel de opslagruimte open is. We schuiven alles wat aan de kant en rollen een oud tapijt uit.

Onze overnachtingsplaats: de opslagruimte van een hut.

Langzaamaan begint de mist op te trekken. De regen houdt af en toe een adempauze. De groene weiden en bossen lijken idyllisch maar hier is twee decennia geleden stevig gevochten. Landmijnen liggen nog her en der. We zijn er al niet gerust op als we even het pad moeten verlaten om water te tanken in het riviertje.

Zicht op de bergmassief van Treskavica.

Kuitenbijter

Dr. Jovo Elčić was amper 36 jaar toen hij twee jaar terug stierf door kanker. Hij was een fanatieke bergsporter en elk jaar wordt hier gewandeld om hem te herdenken. Zijn familie en vrienden hebben een route aangeduid naar de top van de Treskac. De aanloop verloopt rustig over een modderige grintweg. Het druppelt.

Vanaf het meer begint het pad naar de Treskac.

Nabij Gvozno lake loodsen de witrode wegwijzers ons over een pad naar een erg steile en rotsige bergflank. De route gaat in een riviergeul omhoog. We worden meteen op de proef gesteld. Hogerop wordt het landschap terug wat zachtaardiger.

Een pittige start van de klim.

We laten de rugzakken achter voor de beklimming van de Treskac. De wolken lossen op en het uitzicht is adembenemend. We staan aan de rand van een karstplateau vol dolines. Diep onder ons, onder een loodrechte rotswand, spreidt zich een frisgroen lappendeken van weides en bossen uit. Aan de horizon is de rand van het kalkstenen bergmassief.

Een karstplateau vol dolines.
Panorama vanop de top.

We blijven zuidwaarts boven steile rotsen lopen. Wilde viooltjes kleuren het gras. Opeens ligt een onontplofte mortiergranaat aan onze voeten, goed aangeduid. Het brengt de recente balkanoorlog terug bangelijk dichtbij.

Onontplofte mortiergranaat uit de burgeroorlog.

De nieuwe bewegwijzering daalt terug af naar Gvozno maar wij blijven op hoogte. Vanaf Nenkovci zijn we aangewezen op de oude markering van een voormalige wandelroute. De witrode bollen zijn vervaagd maar gelukkig nog net zichtbaar. Er is namelijk geen wandelspoor zichtbaar en mijn kaartje is een wazige zwartwitafdruk.

We pikken een oude wandelroute op.

Op een zeker moment is er toch wat twijfel, maar intuïtief vinden we alsnog de goeie weg naar Vlaholje. Langs de kabbelende Sivovi vinden we een bivakplek. Na een overwegend droge en zonnige dag, gutst de regen door het dichte bladerdek door.

Vlaholje.

Diepe wonden

We dalen via de asfaltweg af naar Kalinovik. In het dorpswinkeltje hangt een ingetogen sfeer. De oorlog heeft hier diepe wonden nagelaten, vooral bij de moslimbevolking. Ze werden het slachtoffer van verkrachting, opsluiting en fysiek geweld.

Daarbovenop is dit de geboorteplaats van Ratko Mladić, van 1992 tot 1995 opperbevelhebber van de Bosnisch-Servische troepen. Hij wordt ook wel de Servische Napoleon of de slager van Srebrenica genoemd. De massamoord wordt nog steeds beschouwd als de ergste genocide in Europa na WOII. De Nederlandse blauwhelmen konden alleen maar toekijken. Mladić was jarenlang onvindbaar. Zijn proces in het Joegoslavië-tribunaal is nog steeds aan de gang.

Kalinovik.

Net buiten het dorp doorkruisen we wat een militair kamp uit de Balkanoorlog lijkt. Kazernes staan te verloederen. Onkruid woekert. Het slechte weer maakt de plek extra grimmig.

Voormalig militair kamp.

Door wind en regen gaat het verder over een uitgestrekt kalkplateau. We dwalen af in zuidelijke richting af tot we oog in oog staan met een vrij steile heuvelflank. Het oriëntatiebesef sijpelt maar langzaam door. Een overzichtelijke stafkaart zou handig geweest zijn.

Terugblik over de grintweg en Kalinovik.

Na wat getreuzel pikken we alsnog het goeie pad richting Jelasca en zo komen we op een grintweg terecht die ons tussen beboste heuvelflanken leidt. Een truck met forse boomstammen davert voorbij. Het is even droog, een uitgelezen moment voor de lunchpauze. Dat is buiten een opdringerige stier gerekend die ons werkelijk geen minuut rust gunt. Samen met zijn harem zet hij luid loeiend de achtervolging in.

Terug op het juiste spoor.

Wat verder hebben de vrienden van Dr Jovo Elčić een infopaneel geplaatst. Vanaf hier loopt een nieuw gemarkeerde wandelroute naar de top van Lelija. Eerst gaat het via een modderige bosweg omhoog. In de berm pronken witte lancetvormige Affodilbloemen, je vindt ze enkel in zuidelijk Europa.

Het is onbegonnen werk om de voeten droog te houden.

De route versmalt tot een pad. Terwijl we terug de mist intrekken, begint het te druppelen…te regenen…te gieten. Een bliksemschicht verlicht het donkere uitgestrekte loofbos. Compleet verzopen zetten we het zeil op nabij de ruïnes van een oude boerderij.

De vochtige mist trekt even op.

Mist

Als we de slaapzak openritsen hangt een beklijvende vochtigheid om ons heen. Het is nog altijd erg mistig en we zijn de witrode tekens bijzonder dankbaar om ons feilloos door het ongebaande terrein te leiden. Door het donkere weer is het besef van tijd helemaal weg. Enkel als onze maag begint te grommen, weten we dat het tijd is om te eten.

Gelukkig is er bewegwijzering om ons door dit chaotisch landschap te leiden.

We doorkruisen een chaotisch landschap van dolines en donkere dwergdennen. De markering kronkelt er doorheen. Ons gevoel van richting is totaal verdwenen. Mijn Sovjetkaart lijkt een modernistisch kunstwerkje van groene vlekken en bruine cirkels.

Het is een ware openbaring als de wolken even opzij schuiven en het meer Stirinkso Jezero tevoorschijn toveren. In de grassige heuvels dwalen we rond op zoek naar markering. Pas als de mist verder optrekt, zien we een rode paal staan temidden een heuvelflank. Daar moeten we heen.

Stirinsko Jezero

Bovenop de pas hebben we het berggevoel terug. Onder ons ligt een meer in een indrukwekkend keteldal, met steile kalkrotsen. Euforie steekt de kop op. We negeren de witrode bollen en dalen via een meer directe route af. Als de zon door de donkere wolken doorbreekt, worden de kleurcontrasten groter. Dit fabuleus uitzicht nemen ze ons niet meer af.

Een parel van een meer.

Langsheen ruïnes banen we ons een weg naar beneden en trekken verder door de vallei op zoek naar het vervolg van de route. Geen verf te zien. Hmmm, misschien is het nog een tikkeltje verder? We sporen door metershoge grasvelden en varens, tot er aan onze voeten grote hopen onverteerd plantenafval liggen. Fronsend kijken we elkaar aan. Na onze flater in Albanië, durven we niet te denken dat dit van een groot harig vierpotig dier afkomstig zou kunnen zijn. Enkele maanden nadien werd ons echter door het nationaal park bevestigd dat dit toch de sporen zijn van een bruine beer. En jawel, de stront was vers, heel vers…

Verse berenstront.

Ons van geen kwaad bewust trekken we verder tot we aan de rand van het massief de diepte inkijken en beseffen dat dit niet de juiste route is. Bij de terugtocht komen we dan toch opeens verf tegen. Een pak van ons hart. Gezien het late uur besluiten we onze bivak op te slaan nabij het meer. Het klimmetje houden we voor morgen.

De rand van het massief, signaal om terug te keren.

Hopeloos verdwaald

Een heerlijk zonnetje warmt ons op. De stemming zit goed. Na een korte klim bereiken we een golvend plateau. Het gras is afgegraasd, dat loopt een stuk vlotter. Links en rechts liggen mooi afgeronde toppen idyllisch te wezen. De markering is wat verweerd maar nog net zichtbaar.

Mooi hoogplateau, de markering is vervaagd maar zichtbaar.

Als we terug op de rand van het massief stuiten, slaat de twijfel toe. Er klopt iets niet… Ik probeer onze positie via mijn serie A4’tjes te achterhalen maar slaag er niet in. Ivo kijkt me onbegrijpend aan. Ik kan zijn gedachten raden: “Wie is hier de wandelgids eigenlijk?”. Van een blamage gesproken. Er zit niets anders op dan Kenan te telefoneren. Het GSM-bereik danst echter op en neer en talloze belpogingen later, klinkt aan de andere kant wat leedvermaak: “Ah, so you made your own route?!”. Het verdict is hard en duidelijk. Onze GPS-positie ligt ver buiten het parcours. We zijn gewoon buiten onze kaartfragmenten gelopen. Er zit niets anders op dan helemaal terug te keren tot het punt waar we in onze euforisch bui de markering straal genegeerd hebben. Och god, op de bergpas hoog boven het meer!

Dit heet dan verdwaald zijn.

Als we met de staart tussen de benen rechtsomkeer maken, lachen de weergoden ons nog eens goed in het gezicht. Opeens wordt totaal uit het niets een portie ijskoude hagel boven ons hoofd uitgekletst. Gelukkig krijgen we gratie en schijnt even later de zon terug volop.

We keren helemaal terug naar de bergpas.

Bij een derde passage aan het meer, valt het déjà vue-gevoel niet meer te ontkennen. Al is het hier wel prachtig mooi, en vinden we het al bij al zo erg niet dat we verkeerd gelopen zijn. We bijten op de tanden en klimmen helemaal terug naar de col.

Het landschap wordt stilletjes aan bergachtiger.

Om onze dag wat goed te maken, lopen we nog een heel eind verder. Helaas is het pad af en toe letterlijk verzwolgen door een nieuwe jeeppiste. Bij de grintweg richting Orlovacko Jezero, zetten we de tarp op. De timing is perfect. Als we onder het zeil kruipen, breekt alweer een onweer los.

Net op tijd voor het onweer.

Dit is het

Van kop tot teen ingepakt trotseren we een gure wind tijdens onze beklimming van de Bregoč. Grassige paden snijden doorheen de kale heuvelflanken. Mondjesmaat geeft het wolkendek de omgeving prijs.

Op weg naar de Bregoč.

Een laatste kuitenbijter leidt naar het topkruis. Diep onder ons, aan de voet van een steile couloir licht een dicht woud op in de zon.

De zon breekt door het wolkendek.

Het uitgesproken reliëf zorgt ervoor dat de kaart een stuk makkelijker te lezen is. Ook zonder markering vinden we nu onze weg. De nevel verdwijnt en het zicht wordt scherper. Als de kam te rotsig wordt, dalen we rechts af via een rug om dan een smal pad te vinden die een puinhelling traverseert.

Op weg naar de volgende bergtop.

Het oude wandelspoor is de ene keer duidelijk herkenbaar en op andere plaatsen compleet overgroeid. Rechttoe, rechtaan klimmen we naar de top van de Uglješin. Het panorama over Zelengora en Sutjeska doet ons verstommen. Aan onze voeten ligt een lentegroen landschap van weiden, bossen en meertjes. Op de achtergrond reizen hoge kalkrotsen bergen op, her en der liggen nog sneeuwvelden.

Een lentegroen landschap.
Het bergmassief van Sutjeska doemt op in de achtergrond.

Via een gloednieuw pad dalen we af en sporen daarna door talloze veldbloemen en orchideeën. Een bosweg leidt ons naar Donje Bare. Nabij het spiegelgladde meer staat een blokhut gefinancierd met EU-middelen.

Het meer van Donje Bare.

Als we onze tarp wat verderop opzetten, komen letterlijk honderden vliegen en muggen uit het lange gras opzetten. Het duurt niet lang of alles is terug opgekraamd. We besluiten dat het overkoepelde terras van de berghut een betere overnachtingsplaats is. Terwijl de zon verder wegzakt, komt nog een heuse cameraploeg langs. Na enkele uurtjes is de rust teruggekeerd.

We spreiden de slaapzakken in het portaal van de hut.

Heet

De eerste zweetdruppels rollen al van ons voorhoofd af als we op zoek gaan naar het pad richting Tjentište. Mijn kaart is verouderd en toont niet de juiste start aan. Eenmaal in het bos is het spoor wel duidelijker, al blijft enige aandacht nodig.

Op zoek naar het pad naar Tjentište.

Het loofwoud biedt een aangename schaduw op deze warme dag. Lichtstralen piepen door de boomkruinen.Na een uurtje wandelen komen we even in open terrein. De grove dennen staan er theatraal bij en versterken het zuiderse gevoel. Aan de andere kant van de vallei ligt één van de laatste oerbossen van Europa en UNESCO-werelderfgoed: Perućica. Dit gebied binnen het nationaal park is strikt beschermd en enkel toegankelijk met gids.

Uitzicht over het oerbos Perućica.

Na een behoorlijk lange afdaling staan we op een broeierige asfaltweg. Onze duim wordt compleet genegeerd. Hier rijden enkel glimmende, dure wagens uit de hoofdstad. Het wordt wat asfaltvreten tot we een verweerd betonnen zijwegje kunnen nemen die naar een groots betonnen kunstwerk leidt. Niet het natuurpark, maar dit oorlogsmonument blijkt de grootste trekkingspleister.

Langs de grote weg naar Tjentište.

Het hoofdkwartier van de partizanenbeweging, onder leiding van Josip Broz Tito, werd medio Wereldoorlog II door het Duitse-Italiaanse leger omsingeld. Met “Operation Schwarz” wilde men de belangrijkste verzetsbeweging van Joegoslavië voor eens en altijd het zwijgen opleggen. Van half mei tot half juni 1943 woedde een hevige strijd, die de geschiedenis inging als “the Battle of Sutjeska”. Uiteindelijk lieten 6.000 partizanen het leven maar ze wisten wel uit te breken en het leger te verschalken.
Na de oorlog werd Tito premier en uiteindelijk president van Joegoslavië. Hij voerde zijn eigen communistische koers maar onder zijn dictatoriaal bewind was er weinig ruimte voor politieke tegenstand. Na zijn dood in 1980 kwamen de etnische spanningen tussen de bevolkingsgroepen alsnog naar boven, Joegoslavië viel al strijdend uiteen in de jaren ’90. In
Bosnië-Herzegovina barstte een bloedige burgeroorlog los. 

Het oorlogsmonument ter nagedachtenis van de bloedige strijd.

We stappen het toerismebureau van Tjentište binnen. Veel wijzer worden we niet. De nieuwe wandelkaart is er te koop en dat is het. De bijhorende wandeltips moeten we zelf verzinnen. Intussen is het middag. We lopen verder de brede asfaltweg af. Links en rechts staan statige gebouwen. Als we een terras zien, gooien we de rugzak af. Terwijl we nippen van een frisse cola en op onze lunch wachten, leggen we het dilemma op tafel: Legaal of illegaal de grens over? De Via Dinarica steekt namelijk de grens over nabij Trnovačko jezero, maar daar is geen officiële grenspost. Die ligt in Sčepan Polje, kilometers uit de route en enkel bereikbaar al liftend. De knoop wordt doorgehakt: het wordt wandelen.

Kortbij vinden we een kruidenierszaak waar we met enige improvisatie een voedselvoorraad inslaan. Intussen proberen we er ook een lift te versieren naar het startpunt van het tweede deel van onze tocht. Met twee jonge kerels in een aftandse auto scheuren we terug zuidwaarts naar Suha.

De keuze tussen wandelen of naar de officiële grenspost proberen te liften is snel gemaakt…

Over afwisselend een aardeweg en pad lopen we omhoog langs de bulderend Suški. We trekken grote ogen als we bosbouwmachines zien staan die letterlijk nieuwe routes hebben uitgereden in dit zogenaamde nationaal park, op een boogscheut van Perućica. Het blijkt geen evidentie om een bivakplaats te vinden, nabij een lege caravan van arbeiders op een plaatsje genaamd Jelovača zetten we de tarp op.

Bij een lege caravan van bosarbeiders vinden we een geschikte bivakplek. Niet meteen het meest gezellige plekje van het nationaal park.

Kalvarietocht

Waarom makkelijk als het moeilijk kan? In plaats van de klassieke route door de vallei naar Trnovačko jezero te nemen, stel ik voor om een hoge route te volgen die ons langs een uitzichtrijke bergkam naar het meer zou brengen. Het begin loopt al meteen stroef. Met zware wielen hebben de bosarbeiders de U-bochten afgesneden. De markering is deels verdwenen. In de diepe sporen duwen we ons de helling op maar we zitten al snel te hoog. Even terug dus en in een bocht vinden we alsnog het pad naar Vratnice. In het bos is de route terug goed zichtbaar, al moeten we af en toe over omgevallen bomen kruipen.

Vratnice.

Bij Tiholjica staan we oog in oog met een groots amfitheater. De witrode bollen zijn plots hopeloos verdwenen. Wat op de kaart aangeduid staat als een wandelroute naar de bergkam, blijkt op het terrein toch heel wat serieuzer. We zien enkel steile rotsen en puinhellingen. De beschrijving van deze route op de website van het park klinkt als volgt: “The trail is 11 km long. It can be crossed in 4 hours at an average walking speed without rest periods. This trail is rated as a difficult trail. It requires caution, physical fitness and appropriate footwear.” Misschien ziet het er erger uit dan het is, denken we, en vol goeie moed banen we ons een weg.

Het amfitheater is indrukwekkend. Volgens mijn kaart zou de wandelroute schuin omhoog lopen naar het colletje links van de bergtop die uiterst rechts op deze foto ligt.

Voor het eerst ben ik met trailrunners op stap tijdens een kampeertocht in het gebergte in plaats van mijn klassieke bergschoenen. De eerste echte test, een heus blokkenveld, doorstaan ze alvast goed. De steile puinflank is andere koek maar lukt aardig, het is vooral mijn fysiek die niet kan volgen.

Terugblik naar het dal.

Op handen en voeten klauteren we verder omhoog via een begroeide rug met veel losliggende stenen. Op de kam van Badnjine rusten we uit. Het vervolg van de route loopt over een scherpe rotskam met aan weerszijden een bijna loodrechte afgrond. Ivo doet nog even een poging tot verkenning, maar moet de poging staken. Dit is niet meer verantwoord. Alweer moeten we op onze stappen terugkeren.

De beklimming is zwaar en niet zonder risico.

Heel behoedzaam dalen we terug af. De vermoeidheid weegt op het zelfvertrouwen. Opgelucht halen we adem als we heelhuids de voet van de puinhelling bereiken. Er zit niets anders op dan helemaal terug naar Jelovača af te zakken en de gewone route te nemen.

Juni is de perfecte maand om de flora te bewonderen.

Machines hebben ook verderop van de bosweg een ware modderpoel gemaakt. We zijn dan ook blij als we op een echt wandelpad terechtkomen. Na een dipje geraken we als bij wonder terug op dreef. Het is nauwelijks te merken dat we de grens met Montenegro oversteken. Er hangt een onbegrijpbaar bordje “drzava crna gora” (land Montenegro).

De wandelweg is compleet omgeploegd.

Ongewoon snel bereiken we het meer. De grenswachter is blijkbaar voor enkele dagen naar huis en zijn vrienden zijn niet geïnteresseerd in het toegangsgeld dat normaal betaald moet worden om hier te bivakkeren. We laten toch wat sponsoring achter.

Rukwinden

Gestaag gaat het omhoog. De benen voelen nog wat zwaar aan. Het uitzicht over Trnovačko jezero is postkaartwaardig.

Trnovačko jezero.

De wind wordt steeds voelbaarder en als we op de bergkam staan worden we bijna van onze sokken geblazen. De voortdurende rukwinden maken het erg lastig wandelen. De beklimming van de Maglić lijkt ons in deze omstandigheden te risicovol. Het pad gaat namelijk over de bergkam, die op een zeker moment smal wordt, naar de top.

Met alweer een onbevredigd gevoel vervolgen we meteen naar Mratinje door een typisch verweerde kalklandschap. Uit de luwte van de wind wordt het steeds warmer. Het maakt de lange afdaling in het keteldal extra lastig.

Afdaling naar Mratinje.

In het dal lopen we via een rustig asfaltwegje tussen de bewoning. Op de velden is men druk in de weer. Met de zeis wordt het lange gras gemaaid en daarna rondom een paal gepakt. Bovenop staat er iemand om de hooimijt samen te drukken.

Een hooitmijt wordt gemaakt.

In het centrum is tot onze teleurstelling geen enkel cafeetje te zien. Een fris biertje zou zo’n deugd doen… We leggen ons dan maar te rusten onder een knoestige oude boom om wat later in de avond te bivakkeren nabij een riviertje temidden het dorp.

Bivak temidden het dorp.

Een nieuw front

Er staat nog steeds een stevige wind als we de asfaltweg afwandelen langsheen Pivsko Jezero, ook gekend als Lake Piva. Steile bergwanden en dichte beboste heuvels monden uit in het langgerekte stuwmeer. In ’75 werd de vallei onder water gezet. Zelfs het orthodoxe monnikenklooster dat al eeuwenlang aan de bron van de Piva was gevestigd, moest wijken en hogere oorden opzoeken. Het werd steen voor steen heropgebouwd.

Langs het stuwmeer wandelen we over de autoweg.

Na een lange donkere tunnel komen we bij één van de hoogste dammen van Europa. We voelen onze benen wankelen als we de diepte inkijken. Nadat we met enige voorzichtigheid enkele blaffende honden passeren bij één van de bijgebouwen, staan we aan het begin van het wandelpad dat naar Pivska Planina leidt.

Uitzicht van op de stuwdam.

Het smalle pad kruipt de steile berghelling omhoog en kent enkele steile passages. Tredzekerheid is een must. De begroeiing spartelt geregeld tegen als we er met onze rugzak doorwringen. Gelukkig hebben we hier geen last van de wind.

Het smalle pad is deels overgroeid.

Bovenop het karstplateau ziet de wereld er helemaal anders uit. We lopen over golvende grintwegen van gehucht naar gehucht. De bewoners begroeten ons vriendelijk. Een grijs wolkendek hangt dreigend boven ons hoofd. Geregeld zijn er windstoten.

Op het plateau wordt het landschap al snel eentonig.

Als het asfalt verschijnt en een slagregen tegen ons aan ketst, zakt de moraal zienderogen. Een lift zou welgekomen zijn, maar er is geen auto in de omtrek te bekennen. Na kilometers op automatische piloot, klinkt eindelijk zacht geronk op de achtergrond.

Na kilometers asfalt zijn we blij als we kunnen meeliften.

Een oud koppel neemt ons in hun minibusje mee naar Nedajno, de westelijke toegangspoort van Durmitor Nationaal Park. We vluchten een kleine eetgelegenheid binnen. Jammer dat het zo moeilijk communiceren is, ook met een point-it boekje kan je niet echt een gesprek aanknopen.

Nedajno.

Een opklaring zorgt voor een uitgelezen moment om terug te vertrekken. Aan de rand van het plateau hebben we een impressionant uitzicht over Sušice Canyon. We kijken 500m de diepte in.

Sušice Canyon.

Een brede grintweg daalt af naar het gelijknamige meer waar een berghut zou staan. Het duurt niet lang of een hels onweer breekt los. Nooit eerder kregen we zoveel water over ons heen. Als de hut dan ook nog eens gesloten blijkt te zijn, moeten we alsnog bivakkeren. Omwille van de wind zetten we de tarp extra laag op.

Tussen twee onweren door.

Op en top bergen

Het gaat terug zuidwaarts. Een goed bewegwijzerd pad loopt afwisselend door bos en dichte begroeiing die soms even hoog reikt als onszelf. Later ruimt het bos en krijgen we rotsen en stenen onder de voeten.

Een idyllisch bospad.

Terwijl we hoogte winnen, doemen grootse grijsgetinte bergwanden boven ons op. Even later ligt het onuitspreekbare Škrčko jezero aan onze voeten.

Škrčko jezero.

Aan de Skrka hut kwispelt de hond van de waard ons tegemoet. De berghut is sober ingericht. Ivo maakt voor het eerst Bosnische koffie klaar. De huttenwaard kent nauwelijks een woordje Engels. We kopen een permit voor het park.

Skrka hut.

Het is mijn dagje niet. Als we het pad nemen over Samar, krijg ik het op enkele moeilijkere passages benauwd. De vermoeidheid zit duidelijk in mijn lijf. Na onze lange dagetappe in Sutjeska zijn we allebei niet meer volledig gerecupereerd.

De bergpas Samar is in zicht.

Op de pas kijken we uit over bijna loodrecht georiënteerde sedimentlagen. We steken door naar Zeleni Vir, het hoogste bergmeer van Durmitor.

We steken door naar Zeleni Vir.

Enkele tientallen meters hoger vinden we een pracht van een bivakplaats te midden het keteldal. Vanaf de rand van het bergmassief, kijken we zuidwaarts uit over een langgerechte rug, waarachter de hemel steeds donkerder wordt. Diezelfde avond nog passeren diverse onweersfronten de revue.

Uitzicht vanaf de bivakplaats.

Verkeerde timing

Met het wispelturige weer lijkt een vroege start ons aangewezen. Kwestie van tijdig Bobotov Tuk te bereiken, met zijn 2523m de hoogste top van westelijk Montenegro. Bij aanvang van de klim kijken we nog uit over het wolkendek maar daar komt snel verandering in. De laatste honderden meters leggen we af in de mist.

Bij aanvang zitten we boven de wolken.
Lang duurt het niet voor we in de potdichte mist zitten.

Op de top staren we naar 4 witte muren. Tja, dan onszelf maar op de gevoelige plaat vastleggen. Als we afdalen langs de noordflank stuiten we op een uitgestrekt hard sneeuwveld. Geen evidentie op bergschoenen, en al zeker niet op trailrunners.

Op de noordflank van Bobotov Tuk ligt er nog veel sneeuw.

Het gaat terug omhoog naar Ledena pecina, een ijsgrot onder de top van de Obla Glava. Door de sneeuw kan je er niet makkelijk in, maar de korte ijszuilen zijn ook van buitenaf duidelijk zichtbaar.

Op weg naar Ledena pecina.

Het rotsige berglandschap is gevlekt met donkergroene dwergdennen en witte sneeuwvelden. Een halsstarrig wolkendek verhult de toppen. Een gems staat ons even toe te kijken alvorens het op een lopen te zetten.

Temidden Durmitor National Park.

Bij Lokvice woont een geitenboer. De oude bebaarde man hoorde ons van in zijn houten hut al aankomen. We drinken er een cola en kopen geitenkaas, die helaas weinig smaak heeft. Gelukkig krijgen we er wat grof zout bij.

We kopen kaas bij een oude geitenboer.

Symbolisch lopen we nog een laatste keer verkeerd om dan de goeie weg in te slaan naar Žabljak. De bergen verdwijnen op de achtergrond. We dalen af in een heuvelachtig landschap met zwarte dennen. In het toeristische plaatsje is het opvallend druk. Onze eerste contact met de beschaving…is een getuige van Jehova.

De bergen zijn al snel op de achtergrond verdwenen.

Besluit

Voor wie houdt van onontdekt terrein en flexibel is qua wandelparcours, zal zonder meer positief verrast zijn door de vele gezichten van dit kalksteengebergte. Hogere bergmassieven en lagere gedeeltes wisselen elkaar af. Soms loop je voor een hele tijd door uitgestrekte bossen waar omgevallen bomen minder snel geruimd worden. En het gebeurt ook al eens dat je kilometerslang een piste moet volgen. Wie liever voortdurend boven de boomgrens zit en/of een huttentocht wilt doen, kiest beter voor een ander gebied in Oost-Europa vb. Slovenië of Bulgarije.

De Via Dinarica zal steeds beter worden uitgewerkt en is een ideaal aanknopingspunt om de mooiste stukken van deze bergketen met elkaar te verbinden. Vooralsnog is het nog wat sprokkelen van informatie over de route, hieronder vind je alvast heel wat praktische info.

Meer foto’s in dit fotoalbum.


PRAKTISCHE INFO

BEREIKBAARHEID

Onze heenreis:

Van België naar Sarajevo

We reisden met Austrian Airlines van Brussel naar Sarajevo in Bosnië-Herzegovina met overstap in Wenen. Naar Sarajevo zijn er geen rechtstreekse vluchten vanuit België, je moet altijd overstappen vb. in Wenen of Zagreb. Omdat onze heen- en terugreis erg verschillend was, waren we genoodzaakt om via connections te reserveren, anders is het aangeraden om rechtstreeks op de website van de luchtvaartmaatschappij te boeken (dat is goedkoper dan via een reisbureau).

Als je in de loop van de dag aankomt, kan je de bus nemen naar Sarajevo. We hebben het zelf niet uitgeprobeerd maar blijkbaar zijn er twee manieren:

  • Bus 200E nemen naar het centrum van de stad
  • Bus 36 nemen naar Nedžarići waar je de tram kan nemen naar het stadscentrum

De busstops zouden op de grote weg net voor de luchthaven te vinden zijn.

Omdat we laat aankwamen, namen we een taxi naar het centrum. In principe betaal je naar de stad ongeveer 15 KM, maar we werden opgelicht en mochten het dubbele betalen (er werd ons gewoon geen wisselgeld teruggegeven). Het was een officiële taxi, maar blijkbaar gebeurt het regelmatig dat chauffeurs je afzetten. Zorg dus dat je genoeg kleine briefjes afhaalt in de luchthaven van Sarajevo en betaal niet meer dan de teller aangeeft, of regel een taxi via je logement (meestal kennen ze elkaar dan en dat zorgt voor wat sociale druk).

Van Sarajevo naar Treskavica

We kregen een lift van Kenan naar ons beginpunt. Ik zou alleszins via hem (zie contactgegevens hieronder) vervoer regelen. Zo niet, zal je aangewezen zijn op een taxi of eventueel een bus maar dewelke zal je nog moeten uitzoeken. Ons startpunt lag ver van bewoning ‘in the middle of nowhere’.

Onze terugreis

Van Žabljak naar Podgorica

Er zijn meerdere bussen per dag van Žabljak naar Podgoridca. Er is een klein toerismebureau in het centrum (in een chalet) en daar kan je de busuren krijgen. Soms moet je overstappen in Nikšić. We betaalden voor het hele traject (met overstap) 9 euro per persoon.

Van Podgorica naar België

Hoewel je ze ter plaatse iets anders wijsmaken, zijn er wel degelijk bussen naar de luchthaven, al ontdekte ik dit ook pas achteraf. Montenegro Airlines verzorgt een bus vanaf Trg Republike, het centrale kruispunt in Podgorica, rekening houdende met de vertrekuren van hun vluchten. Tickets kosten €3 en kunnen op de bus aangekocht worden. Die info heb ik wel niet kunnen terugvinden op de website van de maatschappij zelf, je stuurt best nog eens een apart mailtje. Ook een taxi is mogelijk.

Vanaf Podgorica reisden we met Austrian Airlines terug naar Brussel, met eveneens een overstap in Wenen. Ik vond geen rechtstreekse vluchten. Naar Montenegro zijn er zomers soms wel chartervluchten naar Tivat.

Onze illegale grensoversteek bleef zonder gevolg. Er werd geen woord over gerept aan de douane.


TERREIN EN PADEN

De Dinarische Alpen reiken minder hoog dan de Alpen, zijn veel minder “bewerkt” door de mens en ook het wandeltoerisme staat in veel gebieden nog in de kinderschoenen. Soms zijn er (oude) wandelpaden beschikbaar, maar af en toe worden ook nieuwe routes gecreëerd die door ongebaand terrein gaan. Vooral in Treskavica en Zelengora maar ook op sommige routes in Sutjeska liepen we door lang gras, soms meterhoge planten en oneffen rotsig parcours. Dat betekent dat het toch iets zwaarder wandelen is, zowel fysiek als mentaal, en dat je erg afhankelijk bent van bewegwijzering gezien de kaarten ook niet optimaal zijn. Eerdere ervaring met bergwandelen is een must vooraleer je naar deze regio trekt.

Je kunt er geen lange tocht maken die dagenlang boven de boomgrens vertoeft. Hogere bergmassieven en lagere gedeeltes wisselen elkaar vaker af dan bijvoorbeeld in de Alpen. Soms loop je voor langere tijd door uitgestrekte bossen waar omgevallen bomen minder snel geruimd worden. En het gebeurt ook al eens dat je kilometerslang een piste moet volgen.

Het gebeurt al eens dat je door hoge plantengroei met sporen.

BEWEGWIJZERING

De Via Dinarica blijft voorlopig een conceptuele route die, anno 2014, nog niet definitief vaststaat, noch gedetailleerd beschreven is. In Montenegro vonden we de route terug op de wegwijzers en op de wandelkaart. In Bosnië is dat nog niet het geval (met uitzondering van Sutjeska) maar daar wordt wel volop gewerkt aan bewegwijzering in diverse bergmassieven. Geschat wordt dat tegen 2016 alles bewegwijzerd zal zijn. Er is wel al een boek verschenen over de routes die ter nagedachtenis van Dr. Jovo Elčić zijn bewegwijzerd.

De trajecten die ter nagedachtenis van Dr. Jovo Elčić zijn gemaakt, zijn uitstekend gemarkeerd.

In enkele gebieden wordt de totstandkoming van de route vertraagd door het mijnenrisico. Op onze tocht zat het probleem vooral in Treskavica waar de noord-zuid-doorsteek op dit moment onmogelijk is en geen enkele plaatselijke gids bereid is om je er doorheen te loodsen. Er wordt volop gelobbyd om de conceptuele route van de Via Dinarica mijnenvrij te maken. Een werk van lange adem. Nu zou men via de piste van de United Nations Development Programme alsnog hier spoed achter willen zetten, met 2016 als deadline.

Met diverse internationale middelen wordt er op dit moment geïnvesteerd in bewegwijzering en overnachtingsmogelijkheden.

KAARTEN

Het blijft een issue in Bosnië-Herzegovina dat er van veel gebieden nog altijd geen nieuwe wandelkaarten worden uitgegeven. Zelf gedrukte stafkaarten zijn niet meer verkrijgbaar met uitzondering van de nieuwe kaart van Sutjeska National Park.

Voor de gebieden Treskavica en Zelengora maakten we gebruik van de stafkaarten die we in kmz-formaat (Google Earth) konden downloaden van de website van een lokaal bergsportmagazine: http://www.zone-2000.net/service/kmz.htm. Je komt op een andere website terecht waar je kan downloaden, ‘k moet zeggen dat ik wat gesukkeld hebt om ze gedownload te krijgen. Daarna heb ik ze geconverteerd via een programma dat ik online aankocht, om ze dan thuis in kleur uit te printen op A4-formaat. De kwaliteit van deze kaarten is behoorlijk. Enkel in chaotisch landschap (golvend terrein met dolines in Zelengora) zijn ze niet voldoende duidelijk en is het moeilijk navigeren. Gelukkig dat er intussen een goeie bewegwijzering is op het terrein.

Typische Sovjetkaart.
Typische Sovjetkaart.

Voor Sutjeska National Park is er een grensoverschrijdende wandelkaart (1:50.000) uitgebracht samen met Durmitor National Park. Het gaat eigenlijk om oude sovjetkaarten waar de huidige wandelroutes zijn op aangeduid. Heel goed leesbaar zou ik de kaart niet noemen maar wel bruikbaar. We kregen deze kaart in België niet te pakken en hebben die uiteindelijk ter plaatse gekocht is het toerismebureau in Tjentište, en of die nu nog verkrijgbaar is ter plaatse weet ik niet, je contacteert best het nationaal park hierover. Niet alle routes op deze kaart zijn even bewandelbaar (zie ook ons verslag). Als ze aangeduid zijn als bewegwijzerd wel (in het geel).

Voor Durmitor koop je best ook bijkomend de Geokarte Durmitor I Kanjon Tare (1:25.000). Ook deze kaart is niet super van kwaliteit maar geeft wel een overzicht van alle wandelroutes van Durmitor (meer dan op de grensoverschrijdende kaart). Aan de andere kant zijn wellicht niet alle routes even makkelijk te belopen dus informeer je goed voor je aan iets begint.

Een overzicht van onze route zal ik later nog in google maps aanduiden, ook info rond afstand en hoogtemeters per dag zal nog verschijnen.

Onze route vind je op onderstaande kaart weergegeven. Ik heb getracht om het zo goed mogelijk weer te geven maar het is geen exacte wetenschap.


ACCOMMODATIE

De Dinarische Alpen zijn vooralsnog het walhalla van de wildkampeerder. In Bosnië staan er bijvoorbeeld in sommige gebieden al wel enkele berghutten maar ze zijn veelal gesloten en worden enkel gebruikt door de lokale bergsportclub. Men plant om vaste bivakterreinen onderweg aan te leggen waarbij je elke 3de nacht zou kunnen gebruik maken van voorzieningen als een douche.

Ook de Montenegrijnse hutten in het toch vrij bekende Durmitor vielen op door hun eenvoud. Er zijn twee berghutten en enkele shelters, waarbij je zelfvoorzienend moeten zijn. Wie zich dus aan een comfortabele Alpenhut verwacht, zal grote ogen opzetten. Ook een drankje of een goeie bergomelet, zal er onderweg niet altijd inzitten, omdat hutten vaak niet voldoende bevoorraad worden. Bivakkeren is binnen de grenzen van het nationaal park verboden, al hebben we het wel twee keer gedaan. Eén van de twee hutten was namelijk nog gesloten.

Ook de hutten in Durmitor zijn erg sober ingericht.

Elders in de Balkan zijn er gebieden waar er meer mogelijkheden zijn. De hutten in Kroatië zouden al wat beter ontwikkeld moeten zijn, bijvoorbeeld in nationaal park Velebit. En in Albanië vind je vooral in de dalen al accommodatie in de vorm van guesthouses.

In Sarajevo logeerden we in Travellers Home Hostel, geboekt via hostel.com. Van de drie jeugdherbergen die wel al uitprobeerden in de hoofdstad van Bosnië-Herzegovina, is dit zonder meer de beste. Vrij nieuw en erg proper ingericht, met daarbovenop gratis toegang tot een pc met internet. We betaalden 30 euro voor een dubbele kamer met gedeeld sanitair.

In Žabljak gingen we gewoon naar het toerismebureau. Voor €20 kregen we het aanbod om met twee in een studiootje te overnachten, erg proper en modern. De normale prijs is €25. Contactgegevens van de gastheer: Obradović rooms, rajkoobrad@gmail.com en GSM-nummer 00382 67 555 551. Een gesprek met de man aangaan heeft weinig zin, Rajko heeft de allures van een echte businessman. We kregen dan wel nog een biertje als welkomstdrank.

In Podgorica boekten we via hostelworld.com bij “Good Night Hostel”, Ulica Slobode 26. We betaalden 34 euro. Dat was helaas geen succes. De dubbele kamer zelf was mooi ingericht, het had een goeie airco wat onze nachtrust in de hete hoofdstad van Montenegro wel ten goede kwam. Maar we verbleven bij mensen thuis in hun appartement, met een keukentje dat niet opgekuist was en een gastvrouw die binnen rookte en zowat de hele dag naar televisie keek. We zaten m.a.w. niet op ons gemak. Ondanks de uitstekende locatie dichtbij het centrum, vinden we dit geen aanrader. Gezien de hoge temperaturen in Podgorica, zouden we er ook voor opteren om een nachtje langer in het koelere Žabljak te blijven en dan ’s morgens vroeg de bus nemen om de vlucht te halen.


BEVOORRADING & BRANDSTOF

In Kalinovik en Tjentište vonden we telkens een kleine supermarkt. Het aanbod is klein, dus je moet je wat behelpen met wat er voorhanden is.

Brandstof is er evenmin te vinden. Best ben je daarvoor wel zelfvoorzienend voor de hele tocht. De kans dat je gas vindt, is bijzonder klein. Als brandstof hebben we in onze multifuelbrander Super 95 gebruikt, maar in sommige tankstations vind je ook Super 98 en dat is te verkiezen omdat het voor wat minder roet zorgt.

Er zijn amper buitensportzaken te vinden. Enkel in Sarajevo is er één maar ook tijdens de openingsuren kan de winkel gesloten zijn. Bosniërs durven al eens hun winkel sluiten als ze ergens naartoe moeten maar laten niets van boodschap of zo aan de deur hangen. Dit zijn de contactgegevens van de winkel: http://www.flickr.com/photos/debbekes/6831098728/in/set-72157629571767423.


GELD

Je kan meteen geld afhalen in de luchthaven in Sarajevo, zo hoef je vooraf geen Bosnische munten aan te kopen. Er is trouwens een vaste wisselkoers tussen de Bosnische inwisselbare mark (KM of BAM) en de Euro: 1 EUR = 1,95583 BAM.

In Montenegro wordt er al met Euro betaald. Opgelet, pas in Žabljak kan je terug geld afhalen. Je neemt dus beter de nodige cash van thuis mee als je net als ons van Bosnië naar Montenegro wandelt. Er is geen geldautomaat op de route.


PERMIT DURMITOR

In Durmitor Nationaal Park betaal je 3 euro toegangsgeld per persoon. Wij kochten een permit in één van de berghutten die we tijdens onze tocht doorheen het gebied passeerden.


TAAL

Er wordt voornamelijk Bosnisch of Montenegrijns gesproken. Met Engels kan je nauwelijks uit de voeten, enkel in de hostels in Sarajevo waar er meestal jonge uitbaters zijn en in Žabljak waar er heel wat toeristen komen. Verder is het gewoon gebarentaal. Ik had een point-it-boekje mee, wat soms van pas komt, maar ook niet goed genoeg is om een gesprek aan te gaan.


KLIMAAT

Qua weer kan je de Dinarische Alpen nog best vergelijken met zuiderse gebergtes met een alpien karakter. Het weer kan alle kanten uit. Het was in juni 2014; net als in de Alpen, vrij slecht weer met lage temperaturen en veel neerslag. Dan kan het toch wel fris zijn.

Het viel ook op dat er in Treskavica, Zelengora en Sutjeska bijna niets meer van sneeuw lag midden juni 2014. Terwijl in Durmitor, vooral op de noordflank van de Bobotov Kuk, er nog een uitgestrekt sneeuwveld lag, door de grotere hoogte en de specifieke oriëntatie.


CONTACTADRES: TERRA DINARICA

De organisatie Terra Dinarica is opgericht door één van de bedenkers van de Via Dinarica, de sympathieke Kenan Muftic, en Engelsman Tim Clancy die de enige reisgids voor Bosnië-Herzegovina heeft geschreven (Bradt). Op dit moment is Kenan de aanspreekpersoon om je op weg te helpen, zeker wat betreft Bosnië-Herzegovina, maar hij onderhoudt ook contacten met gidsen uit de andere landen gezien hij het hele parcours heeft uitgestippeld en gelopen. Hij is ook gids en mijnenexpert en kan dus indien gewenst, een tocht voor je organiseren.

Terra Dinarica houdt zich naast het promoten van plattelandstoerisme (via initiatieven als Via Dinarica) bezig met milieubescherming. De organisatie heeft een klein kantoor in de buitenwijken van Sarajevo. Terra Dinarica heeft (nog) geen website, wel een facebookgroep. De contactgegevens van Kenan Muftic zijn terradinarica@gmail.com, telefoonnummer: 00387 33 956 097 en gsm: 00387 60 32 32 266.


BELANGRIJKSTE LINKS

Via Dinarica

  • Officiële website: op dit moment zie je daar vooral een (vaag) overzicht van het verloop van de route en foto’s per deeltraject, in de toekomst moet deze website nog meer praktische info kunnen bieden.
  • Pagina op Summitpost: dit is een soort Wikipedia van en voor bergsporters, de route in Bosnië-Herzegovina en Montenegro nog niet gedetailleerd beschreven maar dit komt wellicht ooit wel eens.

Nationale Parken

Dinarische Alpen:

5 reacties

Plaats een reactie